From Swedenborg's Works

 

Apocalyps Onthuld #797

Study this Passage

  
/ 962  
  

797. En de stem van de bruidegom en van de bruid zal in u niet meer gehoord worden, betekent dat zij die in dat godsdienstige zijn vanuit de leer en vanuit het leven daarnaar, geen verbinding van het goede en het ware hebben, hetgeen de Kerk maakt.

Met de stem wordt hier de vreugde aangeduid, omdat het de stem van de bruidegom is en van de bruid; onder de bruidegom wordt in de hoogste zin de Heer verstaan ten aanzien van het Goddelijk Goede en onder de Bruid wordt de Kerk verstaan ten aanzien van het Goddelijk Ware uit de Heer; de Kerk immers is Kerk krachtens de opneming van het Goddelijk Goede van de Heer in de Goddelijke Ware dingen die uit Hem zijn.

Dat de Heer de Bruidegom en eveneens de Echtgenoot wordt genoemd en dat de Kerk de Bruid en eveneens de Echtgenote wordt genoemd, blijkt uit het Woord; dat daaruit het hemels huwelijk is, namelijk de verbinding van het ware met het goede, zal men in het werkje over ‘het Huwelijk’ zien.

Omdat nu dit hemels huwelijk plaatsvindt door de opneming van het Goddelijk Goede uit de Heer in de Goddelijke Ware dingen vanuit het Woord door de mensen van de Kerk, is het duidelijk, dat er niet enige verbinding van het goede en het ware is bij hen die in dat godsdienstige zijn vanuit de leer en het leven daaruit, omdat zij geen verbinding met de Heer hebben, maar een verbinding met levende en dode mensen; en deze verbinding bij hen die zijn in de liefde van heersen vanuit de liefde van zich over de Heilige Goddelijke dingen van de Heer en over de Heer, is een verbinding zoals met de duivel, die, zoals in het voorgaande artikel is gezegd, die liefde is, en tot de duivel gaan om door hem tot God te komen, is afschuwelijk.

Dat de Heer de Bruidegom en de Kerk de Bruid wordt genoemd, blijkt uit deze plaatsen:

‘Die de Bruid heeft, is de Bruidegom; maar de vriend van de Bruidegom, die staat en Hem hoort, verheugt zich met vreugde om de stem van de Bruidegom’, (Johannes 3:29); deze dingen zegt Johannes de Doper ten aanzien van de Heer.

‘Jezus zei: Zolang met hen de Bruidegom is, kunnen de zonen der bruiloft niet vasten; de dag zal komen wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen worden; dan zullen zij vasten’, (Mattheüs 9:15; Markus 2:19, 20; Lukas 5:34, 35).

‘Ik zag de heilige stad het Nieuwe Jeruzalem bereid zoals een bruid versierd voor de echtgenoot’, (Openbaring 21:2).

‘De engel zei: Kom en ik zal u tonen de bruid, de echtgenote van het Lam’, (Openbaring 21:9, 10).

‘De tijd der bruiloft van het Lam is gekomen en de echtgenote van Hem heeft zich bereid. Gezegend zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam’, (Openbaring 19:7, 9).

Onder ‘de de tien maagden die de Bruidegom tegemoet gingen, wordt ook de Heer verstaan’, (Mattheüs 25:1, 2) e.v.; hieruit blijkt wat wordt aangeduid met de stem en de vreugde van de Bruidegom en van de Bruid in deze plaatsen:

‘Zoals de vreugde is van de Bruidegom over de Bruid, zal uw God Zich over u verheugen’, (Jesaja 62:5).

‘Mijn ziel zal opspringen over mijn God, zoals de Bruidegom de tulband opzet en zoals de Bruid zich versiert met haar sieraden, (Jesaja 61:10).

‘Nog zal in deze plaats gehoord worden de stem der vreugde en de stem der blijdschap en de stem des Bruidegoms en de stem der Bruid, van degenen die zeggen: Belijdt Jehovah Zebaoth’, (Jeremia 33:10, 11).

‘De Bruidegom ga uit vanuit zijn slaapvertrek en de Bruid vanuit haar kamer’, (Joël 2:16).

‘Ik zal uit de straten van Jeruzalem doen ophouden de stem der vreugde en de stem der blijdschap, de stem des Bruidegoms en de stem der Bruid’, (Jeremia 7:34; 16:9).

‘Ik zal aan hen onttrekken de stem der vreugde en de stem der blijdschap en de stem des Bruidegoms en de stem der Bruid, de stem der molens en het licht der lamp en het ganse land zal tot verlating zijn door de koning van Babel’, (Jeremia 25:10, 11).

Hieruit nu kan men de reeks van de dingen in deze beide verzen zien, namelijk deze, dat zij die in dat godsdienstige zijn, niet enige aandoening van het geestelijk ware en goede hebben, nr. 792; dat zij niet enig verstand van het geestelijk ware en vandaar ook niet enig denken ervan hebben, nr. 793; het denken immers is vanuit de aandoening en volgens die.

Dat zij ook niet enige opsporing, navorsing en bevestiging van het geestelijk ware hebben, nr. 794.

Dat zij ook niet enige verlichting uit de Heer en vandaar geen doorvatting van het geestelijk ware hebben, nr. 796.

Tenslotte, dat zij niet enige verbinding van het goede en ware hebben, die de Kerk maakt, nr. 797; deze dingen volgen dus eveneens in orde op elkaar.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

From Swedenborg's Works

 

Apocalypse Revealed #841

Study this Passage

  
/ 962  
  

841. 20:2 He laid hold of the dragon, that serpent of old, which is the Devil and Satan. This symbolically means that those meant by the dragon were detained, who because they think about matters of faith sensually and not spiritually, are called that serpent of old, who because they are caught up in evils in the way they live, are called the Devil, and who because they are caught up in falsities as regards their doctrine, are called Satan.

Just who are meant by the dragon may be seen in no. 537 above. 1 It is here and there called that serpent of old, the Devil and Satan, because a serpent symbolizes people who think sensually and not spiritually (nos. 455, 550), the Devil symbolizes people caught up in evils in the way they live, and Satan symbolizes people caught up in falsities as regards their doctrine (nos. 97, 550).

All people, indeed, who do not turn directly to the Lord think sensually about matters having to do with the church, and cannot think spiritually, for the Lord is the true light (nos. 796, 797). Consequently people who do not turn to the Lord directly cannot think in the light of spiritual light, which is the light of heaven, but do so in the light of natural light divorced from spiritual light, which is to think sensually. They are for that reason called that serpent of old. People who do not turn to the Lord directly and refrain from evils as being sins, remain in their sins, which is why the dragon is called the Devil. And because the same people are caught up in falsities as regards their doctrine, the dragon is therefore called Satan.

Footnotes:

1. Namely, people in the Protestant Reformed Church who make God three entities and the Lord two, and who divorce charity from faith, making faith saving and not at the same time charity.

  
/ 962  
  

Many thanks to the General Church of the New Jerusalem, and to Rev. N.B. Rogers, translator, for the permission to use this translation.

The Bible

 

Apocalyps 21:23

Study

       

23 En de stad behoeft de zon en de maan niet, dat zij in dezelve zouden schijnen; want de heerlijkheid Gods heeft haar verlicht, en het Lam is haar Kaars.