The Bible

 

Ezechiël 44:3

Study

       

3 De vorst, de vorst, die zal in dezelve zitten, om brood te eten voor het aangezicht des HEEREN; door den weg van het voorhuis der poort zal hij ingaan, en door den weg van hetzelve zal hij uitgaan.

From Swedenborg's Works

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9958

Study this Passage

  
/ 10837  
  

9958. Vers 42,43. En maak voor hen onderbroeken van linnen om te bedekken het vlees der naaktheid, van de lenden en tot aan de dijen zullen zij zijn. En zij zullen zijn op Aharon en op zijn zonen bij hun binnentreden tot de tent der samenkomst, of bij hun toetreden tot het altaar om te bedienen in het Heilige, opdat zij niet ongerechtigheid dragen en sterven; een inzetting der eeuw voor hem en voor zijn zaad na hem.

En maak voor hen onderbroeken van linnen, betekent het uiterlijke van de echtelijke liefde; om te bedekken het vlees van de naaktheid, betekent opdat niet de innerlijke dingen van de liefde, die vuil en hels zijn, verschijnen; van de lenden tot aan de dijen zullen zij zijn, betekent de uitbreiding ervan, namelijk van de uiterlijke dingen van de echtelijke liefde; en zij zullen zijn op Aharon en op zijn zonen, betekent de bescherming tegen de hellen; bij hun binnentreden in de tent der samenkomst, betekent in de eredienst uitbeeldend voor alle dingen van de hemel en van de Kerk of bij hun toetreden tot het altaar om te bedienen in het heilige, betekent in de uitbeeldende eredienst van de Heer Zelf; opdat zij niet ongerechtigheid dragen en sterven, betekent de tenietdoening van de gehele eredienst; een inzetting der eeuw voor hem en voor zijn zaad na hem, betekent de wetten van de orde in de uitbeeldende Kerk.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

From Swedenborg's Works

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9827

Study this Passage

  
/ 10837  
  

9827. En een tulband; dat dit het inzicht en de wijsheid betekent, staat vast uit de betekenis van de tulband, namelijk het inzicht en de wijsheid; dat de tulband dit is, komt omdat die een hoofddeksel is en met het hoofd worden de innerlijke dingen van de mens aangeduid, die van het inzicht en de wijsheid zijn, nr. 9656.

Alle bedekkingen ontlenen de betekenis aan het dat lichaamsdeel dat zij bedekken, zoals de bedekking die de borst bedekt, dus de borstlap; de lendenen bedekt, zoals de broek, de voeten bedekt, zoals de kousen; de voetzolen bedekt, zoals de schoenen; en dus eveneens dat wat het hoofd bedekt, zoals de tulband, de tiaar en de hoed.

Dat dit zo is, staat vast uit de uitbeeldingen in het andere leven, wanneer daar aan de geesten de wijsheid en het inzicht wordt afgenomen, wat plaatsvindt wanneer de gezelschappen van engelen van hen worden verwijderd, dan schijnt hun het hoofddeksel te worden afgenomen.

Nadat dit heeft plaatsgevonden, wordt de geest stompzinnig en heeft hij geen doorvatting van het ware en het goede; en opdat daarna het inzicht en de wijsheid terugkeert, wordt het hoofd opnieuw bedekt.

Maar de hoofdbedekkingen betekenen daar niet zozeer de wijsheid die van het goede is, maar het inzicht dat van het ware is.

De tulband echter die Aharon had, betekent ook de wijsheid, aangezien hij uit fijn lijnwaad was en de bekroning van de heiligheid daaraan was bevestigd, dit was een plaat uit zuiver goud, waarin was gegraveerd: Heiligheid voor Jehovah.

Hierover in de volgende teksten van dit hoofdstuk, vers 37, 39 en verder ook in (Exodus 29:6; 39:28).

Maar de tulband van linnen en de overige kleding van linnen, die ook voor Aharon waren, betekenden het inzicht dat van het ware is, maar niet de wijsheid die van het goede is.

Over die klederen en over die tulband, zie (Leviticus 16:4, Ezechiël 44:18).

Het linnen immers betekent het ware in het natuurlijke van de mens, nr. 7601; dus is de tulband van linnen het inzicht van het natuurlijke.

Zij die niet weten hoe het is gesteld met de uitbeeldingen en de overeenstemmingen, kunnen nauwelijks daartoe worden gebracht om te geloven dat zulke dingen worden aangeduid; maar laten zij bedenken dat in de hemel geestelijke dingen in de plaats van natuurlijke dingen worden doorvat, dus in de plaats van een tulband en in het algemeen in de plaats van klederen, zulke dingen die van het inzicht en van de wijsheid zijn en verder van het geloof en van de liefde zijn, in het algemeen die van het ware en van het goede zijn, want deze dingen zijn geestelijk.

De hemel immers is de geestelijke wereld.

Laten zij ook bedenken dat de klederen van Aharon door Jehovah op de berg Sinaï zijn beschreven en bevolen en dat het zo in de afzonderlijke dingen het Goddelijk hemelse is, dat daaraan in is en alleen door de erkentenissen ten aanzien van de overeenstemmingen en de uitbeeldingen wordt ontwikkeld.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl