Bibla

 

Leviticus 3

Studimi

   

1 En indien zijn offer een dankoffer is; zo hij ze van de runderen offert, hetzij mannetje of wijfje, volkomen zal hij die offeren, voor het aangezicht des HEEREN.

2 En hij zal zijn hand op het hoofd zijner offerande leggen, en zal ze slachten voor de deur van de tent der samenkomst; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen het bloed rondom op het altaar sprengen.

3 Daarna zal hij van dat dankoffer een vuuroffer den HEERE offeren, het vet, dat het ingewand bedekt, en al het vet, hetwelk aan het ingewand is.

4 Dan zal hij beide de nieren, en het vet, hetwelk daaraan is, dat aan de weekdarmen is; en het net over de lever, met de nieren, zal hij afnemen.

5 En de zonen van Aaron zullen dat aansteken op het altaar, op het brandoffer, hetwelk op het hout zal zijn, dat op het vuur is; het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

6 En indien zijn offerande van klein vee is, den HEERE tot een dankoffer, hetzij mannetje of wijfje, volkomen zal hij die offeren.

7 Indien hij een lam tot zijn offerande offert, zo zal hij het offeren voor het aangezicht des HEEREN.

8 En hij zal zijn hand op het hoofd zijner offerande leggen, en hij zal die slachten voor de tent der samenkomst; en de zonen van Aaron zullen het bloed daarvan sprengen op het altaar rondom.

9 Daarna zal hij van dat dankoffer een vuuroffer den HEERE offeren; zijn vet, den gehele staart, dien hij dicht aan de ruggegraat zal afnemen, en het vet bedekkende het ingewand, en al het vet, dat aan het ingewand is;

10 Ook beide de nieren, en het vet, dat daaraan is, dat aan de weekdarmen is; en het net over de lever met de nieren, zal hij afnemen.

11 En de priester zal dat aansteken op het altaar; het is een spijs des vuuroffers den HEERE.

12 Indien nu zijn offerande een geit is, zo zal hij die offeren voor het aangezicht des HEEREN.

13 En hij zal zijn hand op haar hoofd leggen, en hij zal hem slachten voor de tent der samenkomst; en de zonen van Aaron zullen haar bloed op het altaar sprengen rondom.

14 Dan zal hij daarvan zijn offerande offeren, een vuuroffer den HEERE; het vet bedekkende het ingewand, en al het vet, dat aan het ingewand is;

15 Mitsgaders de beide nieren, en het vet, dat daaraan is, dat aan de weekdarmen is; en het net over de lever, met de nieren, zal hij afnemen.

16 En de priester zal die aansteken op het altaar; het is een spijs des vuuroffers, tot een liefelijken reuk; alle vet zal des HEEREN zijn.

17 Dit zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen: geen vet noch bloed zult gij eten.

   

Nga veprat e Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2179

Studioni këtë pasazh

  
/ 10837  
  

2179. Dat de woorden ‘Abraham liep tot de kudde van grootvee’ het natuurlijk goede betekenen, blijkt uit de betekenis van de runderen en jonge stieren, die tot de kudde van grootvee behoren, waarover aanstonds; dat de beesten die tot het grootvee behoren en die, welke tot het kleinvee behoren, dergelijke dingen betekenen die bij de mens zijn, kan blijken uit hetgeen in het eerste deel is aangetoond, nrs.45, 46, 142, 143, 246, 714, 715, 719, 776, en bovendien zie men hetgeen over de beesten in de offerplechtigheden is gezegd, nr. 1823. Eenieder kan zich verwonderen, dat de in het Woord genoemde dieren en ook de in de offerplechtigheden opgedragen dieren goedheden en waarheden, of wat het zelfde is, hemelse en geestelijke dingen, betekend hebben, maar het mag in het kort gezegd worden, vanwaar dit komt: in de geestenwereld vertonen zich allerlei uitbeeldingen, en daar verschijnen voor de ogen van de geesten herhaaldelijk ook dieren, bijvoorbeeld paarden, op verschillende wijze opgetuigd, runderen, schapen, lammeren en andere van verschillende soort, soms ook dieren die op aarde nooit zijn gezien, maar ze zijn alleen van uitbeeldende aard; dergelijk dingen verschenen ook aan de profeten, waarover in het Woord sprake is en die eveneens daaraan hun oorsprong ontleenden. De dieren die daar verschijnen staan voor de uitbeeldingen van de aandoeningen van het goede en het ware en verder ook voor het boze en het valse; de goede geesten weten heel goed wat deze betekenen, en nemen ook daaruit op wat de engelen onder elkaar spreken, want het gesprek van de engelen, wanneer dit in de geestenwereld valt, vertoont zich soms zo. Zo weten zij bijvoorbeeld, dat wanneer paarden verschijnen, het gesprek van de engelen over dingen van het verstand gaan; wanneer runderen of jonge stieren verschijnen, gaat het gesprek over de natuurlijke goedheden; wanneer schapen verschijnen, dan gaat het over de redelijke goedheden en over de rechtschapenheid; wanneer lammeren verschijnen, dan gaat het over nog innerlijker goedheden en over de onschuld, enzovoort. Daar de mens van de Oudste Kerk verbinding had met geesten en engelen en voortdurend gezicht had en ook dromen, zoals de profeten, daarom kwam in hen, zodra zij enig beest zagen, de voorstelling op wat het betekende; hieraan ontlenen de dingen van uitbeeldende en aanduidende aard de eerste oorsprong; na die tijden bleven deze nog lang bestaan en tenslotte werden zij om hun ouderdom zo vereerd, dat men louter in dingen van uitbeeldende aard schreef en dat boeken die niet zo geschreven waren geenszins geacht werden, ja zelfs dat in de Kerk geschreven boeken, die niet van dien aard waren, alsmede om andere verborgen redenen - waarover door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer - elders, zijn ook de boeken van het Woord zo geschreven.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Bibla

 

Exodus 32:6

Studimi

       

6 En zij stonden des anderen daags vroeg op, en offerden brandoffer, en brachten dankoffer daartoe; en het volk zat neder om te eten en te drinken; daarna stonden zij op, om te spelen.