Bibla

 

Ezechiël 40:1

Studimi

       

1 In het vijf en twintigste jaar onzer gevankelijke wegvoering, in het begin des jaars, op den tienden der maand, in het veertiende jaar, nadat de stad geslagen was; even op dienzelfden dag, was de hand des HEEREN op mij, en Hij bracht mij derwaarts.

Nga veprat e Swedenborg

 

Apocalyps Onthuld #896

Studioni këtë pasazh

  
/ 962  
  

896. En hij voerde mij heen in de geest op een grote en hoge berg en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalend vanuit de hemel uit God, betekent Johannes overgebracht in de derde hemel en zijn gezicht daar geopend en waar toen werd geopenbaard de Nieuwe Kerk van de Heer ten aanzien van de leer in de vorm van een stad.

Met hij voerde mij heen in de geest op een grote en hoge berg, wordt aangeduid dat Johannes werd overgebracht in de derde hemel, waar degenen zijn die in de liefde uit de Heer zijn en in de leer van het echte ware uit Hem; van groot wordt ook gesproken met betrekking tot het goede van de liefde en van hoog met betrekking tot de ware dingen; dat met heengevoerd tot de berg wordt aangeduid tot de derde hemel, is omdat er wordt gezegd in de geest en wie in de geest is, die is ten aanzien van het gemoed en het gezicht ervan in de geestelijke wereld en daar wonen de engelen van de derde hemel op bergen, de engelen van de tweede hemel op heuvels en de engelen van de laatste hemel in de dalen tussen de heuvels en de bergen; en daarom wordt, wanneer iemand in de geest op een berg wordt gevoerd, aangeduid dat hij is gevoerd in de derde hemel; dit heenvoeren vindt ogenblikkelijk plaats, omdat het plaatsvindt door een verandering van staat van het gemoed; met hij toonde mij, wordt aangetoond het toen geopende gezicht en de openbaring; met de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalend vanuit de hemel uit God, wordt aangeduid de Nieuwe Kerk van de Heer, zoals eerder in de nrs. 879, 880, waar ook is ontvouwd, vanwaar het is dat gezegd wordt ‘heilig’ en dat gezegd wordt ‘neerdalend vanuit de hemel uit God’; dat zij gezien werd in de vorm van een stad, is omdat de stad de leer betekent, nrs. 194, 712 en de Kerk is de Kerk krachtens de leer en krachtens het leven daarnaar; gezien is zij ook als stad, opdat zij beschreven zou worden ten aanzien van al haar hoedanigheden en dit wordt beschreven met: haar muur, poorten, fundamenten en met verschillende maten.

Eender wordt de Kerk beschreven bij Ezechiël, waar ook wordt gezegd dat de profeet ‘in de gezichten Gods werd heengeleid op een zeer hoge berg en een stad aan de zijde van het zuiden zag, welke de engel ook mat ten aanzien van de muur en de poorten en ten aanzien van de breedten en hoogten’, (Ezechiël 40:2).

Iets eenders wordt ook verstaan onder deze dingen bij Zacharia:

‘Ik zei tot de engel: Waar gaat gij heen; hij zei: Om te meten Jeruzalem, om te zien hoe groot haar breedte is en hoe groot haar lengte’, (Zacharia 2:2).

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl