23
Want Ik zal Mijn groten Naamheiligen, die onder de heidenen ontheiligd is, dien gij in het midden van hen ontheiligd hebt; en de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, spreekt de HEEREHEERE, als Ik aan u voor hun ogen zal geheiligd zijn.
7
En Ik zal hun een hartgeven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren.