461. Hieraan zal de volgende gedenkwaardigheid worden toegevoegd.
Eens sprak ik met een nieuweling-geest die pas uit de wereld was aangekomen; deze had daar toen veel over de hemel en de hel nagedacht; onder nieuweling-geesten worden de pas overleden mensen verstaan, die, omdat zij dan geestelijke mensen zijn, geesten worden genoemd.
Hij begon, zodra hij in de geestelijke wereld was binnengetreden op dezelfde wijze over de hemel en de hel na te denken; en het scheen hem toe dat hij vreugdevol was wanneer hij over de hemel nadacht en droevig wanneer hij over de hel nadacht.
Toen hij bemerkte dat hij in de geestelijke wereld was, vroeg hij direct waar de hemel en waar de hel was, en verder wat en hoedanig de ene en de andere was.
Degenen die bij hem waren antwoordden: ‘De hemel is boven uw hoofd en de hel is onder uw voeten, nu immers bent u in de wereld der geesten, die midden tussen de hemel en de hel is; maar wat en hoedanig de hemel en de hel is, kunnen wij niet in het kort beschrijven. ’
En omdat hij toen van verlangen blaakte om te leren kennen, wierp hij zich neer op de knieën en bad deemoedig tot God om onderricht te worden.
En zie, een engel verscheen aan zijn rechterzijde en hief hem op en zei: ‘U hebt gesmeekt om onderricht te worden over de hemel en de hel; vraag na en leer wat het verkwikkelijke is en u zult leren kennen. ’
Na dat hij dit had gezegd, werd de engel opgeheven.
Toen zei de nieuweling-geest bij zichzelf: ‘Vraag na en leer wat het verkwikkelijke is en u zult leren kennen wat en hoedanig de hemel en de hel is. ’
Maar toen hij van die plaats heenging zwierf hij eerst rond en wanneer hij iemand tegenkwam zei hij: ‘Zeg mij, verzoek ik u, als u wilt, wat is het verkwikkelijke?’
Enigen zeiden: ‘Wat is dat voor een vraag? Wie weet niet wat het verkwikkelijke is? Is het niet vreugde en blijdschap? En daarom is het verkwikkelijke het verkwikkelijke, het ene zoals het andere, wij kennen geen onderscheid. ’
Anderen zeiden dat het verkwikkelijke een lachen van het gemoed was, als immers het gemoed lacht, is het aangezicht vrolijk, het spreken schertsend, het gebaar spelend en de gehele mens in het verkwikkelijke. ’
Maar anderen zeiden: ‘Het verkwikkelijke is niets anders dan feestmaaltijden houden en lekkernijen eten en drinken en zich aan edele wijn bedrinken en dan kletsen over allerlei dingen, vooral over de spelen van Venus en Cupido. ’
Toen de nieuweling-geest dit had gehoord zei hij verontwaardigd bij zichzelf: ‘Deze antwoorden zijn plat en niet beschaafd, deze verkwikkelijke dingen zijn noch de hemel noch de hel. Och, mocht ik toch maar wijzen ontmoeten. ’
Hij ging heen en vroeg: ‘Waar zijn de wijzen?’
Toen werd hij opgemerkt door een engelgeest, die zei: ‘Ik bemerk dat u bent aangedaan met het verlangen om datgene te weten wat het universele van de hemel en het universele van de hel is; en omdat dit het verkwikkelijke is, zal ik u leiden op een heuvel waar dagelijks diegenen samenkomen die de uitwerkingen blootleggen en degenen die oorzaken opsporen en zij die de einddoelen uitvorsen.
Het zijn drie groepen; en zij die de uitwerkingen blootleggen worden geesten van de wetenschappen genoemd en abstract genomen: wetenschappen; en zij die de oorzaken opsporen, worden geesten van het inzicht genoemd, abstract genomen: inzichten; en zij die de doelen uitvorsen, worden geesten van de wijsheid genoemd, abstract genomen: wijsheden.
Recht boven hen in de hemel zijn de engelen die uit de einddoelen de oorzaken zien en uit de oorzaken de uitwerkingen; van deze engelen hebben die drie groepen verlichting. ’
Toen nam ik de nieuweling-geest bij de hand en leidde hem op de heuvel en tot de groep die bestond uit degenen die de einddoelen uitvorsen en wijsheden worden genoemd; tot hen zei de nieuweling-geest: ‘Vergeeft mij dat ik tot u ben opgeklommen; de oorzaak hiervan is de volgende, dat ik vanaf mijn knapenjaren heb nagedacht over de hemel en de hel; en ik ben zojuist in deze wereld gekomen en sommigen die toen aan mij waren vergezelschapt, zeiden dat hier, boven mijn hoofd, de hemel is en de hel onder mijn voeten; maar zij zeiden niet wat en hoedanig de ene en de andere was.
Daarom heb ik door het voortdurende denken daarover, waardoor ik angstig werd, tot God gebeden en toen stond een engel daar die zei: Vraag na en leer wat het verkwikkelijke is en u zult leren kennen.
Ik heb nagevraagd, maar tot nu toe tevergeefs; ik verzoek dus dat u, zo u wilt, mij leert wat het verkwikkelijke is. ’
Hierop antwoordden de wijsheden: ‘Het verkwikkelijke is het al van het leven voor allen in de hemel en het al van het leven voor allen in de hel.
Voor hen die in de hemel zijn, is het verkwikkelijke van het goede en het ware en voor hen die in de hel zijn is het verkwikkelijke van het boze en het valse; al het verkwikkelijke immers is van de liefde en de liefde is het zijn van het leven van de mens; daarom, evenals de mens mens is volgens de hoedanigheid van zijn liefde, evenzo is hij een mens volgens de hoedanigheid van zijn verkwikkelijke.
De activiteit van de liefde maakt de zin van het verkwikkelijke; de activiteit ervan in de hemel is met de wijsheid en de activiteit ervan in de hel is met de waanzin; de ene en de andere doet in haar eigen domein het verkwikkelijk optreden; de hemelen en de hellen echter zijn in tegengestelde verkwikkingen, omdat zij in tegengestelde liefden zijn: de hemelen in de liefde en daaruit in de verkwikking van weldoen, maar de hellen is het de liefde van het valse en daaruit in de verkwikking van boos doen.
Indien u dus leert kennen wat het verkwikkelijke is, dan zult u leren kennen wat en hoedanig de hemel en de hel is.
Maar vraag na en leer verder wat het verkwikkelijke is aan de hand van hen die de oorzaken opsporen en inzichten worden genoemd; zij zijn hiervandaan aan de rechterkant. ’
Hij ging heen en ging op genoemden toe en zei de oorzaak van zijn komst en hij verzocht dat zij hem zouden onderrichten over wat het verkwikkelijke is en verheugd over die vraag zeiden dezen: ‘Het is waar dat wie het verkwikkelijke kent, weet wat en hoedanig de hemel en de hel is.
De wil, waaruit de mens mens is, komt ook zelfs niet een streepje verder tenzij gevoerd door verkwikking; want de wil is in zich beschouwd niets anders dan aandoening en het gevolg van de een of andere liefde, dus van een vorm van verkwikking; het is immers iets aangenaams, iets van welbehagen en genoeglijks, dat doet willen; en omdat de wil het verstand aandrijft tot denken, is er niet het minste van een denkvoorstelling tenzij door het verkwikkelijke dat ingevloeid is in de wil.
Dat dit zo is, heeft als oorzaak dat de Heer door de invloeiing uit Hem alle dingen van de ziel en alle dingen van het gemoed bij engelen, geesten en mensen in werking zet en dat doet Hij door de invloeiing van de liefde en de wijsheid; en deze invloeiing is de activiteit zelf waaruit al het verkwikking is, dat in zijn oorsprong wordt genoemd: het gezegende, het bevredigende en het gelukzalige en in de afleiding het verkwikkelijke, het bekoorlijke en het genoeglijke en in de universele zin het goede.
Maar de geesten van de hel verdraaien bij zich alle dingen, dus eveneens het goede in het boze en het ware in het valse, terwijl de verkwikking voortdurend aanhoudt; want zonder de aanhoudende voortduur van het verkwikkelijke hebben zij geen wil, noch gewaarwording en zo dus geen leven.
Hieruit blijkt wat en hoedanig en vanwaar het verkwikkelijke van de hel is en ook hoedanig en vanwaar het verkwikkelijke van de hemel is. ’
Nadat wij deze dingen hadden gehoord, werd hij heengeleid tot de derde groep waar diegenen waren die de uitwerkingen bestuderen en wetenschappen worden genoemd.
Dezen zeiden: ‘Daal af tot de lagere aarde en klim op tot de hogere aarde; daarin zult u de verkwikkingen van de engelen van de hemel doorvatten en voelen en in de hel de verkwikkingen van de geesten daar. ’
Maar zie, toen gaapte op een afstand van hen de grond open en door die wijde opening klommen drie duivels op; zij verschenen vurig vanwege het verkwikkelijke van hun liefde; en omdat zij die met de nieuweling-geest vergezelschapt waren, doorvatten dat het volgens een voorzienige beschikking was dat die drie uit de hel waren opgeklommen, werd tot hen gezegd: ‘Kom niet dichterbij, maar vertelt vanaf de plaats waar u nu bent iets over uw verkwikkingen. ’
Hierop zeiden zij: ‘Weet dat eenieder, hetzij goed hetzij boos, in zijn verkwikkelijke is; de goede in het verkwikkelijke van zijn goede en de boze in het verkwikkelijke van zijn boze. ’
En op de vraag: ‘Wat is uw verkwikkelijke?’ zeiden zij dat dit het verkwikkelijke was van: prostituees bezoeken, stelen, bedriegen en godslastering. ’
Opnieuw werd hun gevraagd: ‘Hoedanig zijn die verkwikkelijke dingen?’
Zij zeiden dat zij door anderen werden geroken zoals de stank van drek en zoals de verrotte lucht van lijken en zoals de walm uit urinepoelen.
Daarop werd gevraagd: ‘Zijn die dingen voor u verkwikkelijk?’
Zij zeiden dat die hoogst verkwikkelijk waren; waarop gezegd werd: ‘Dan bent u zoals de onreine dieren die zich in zulke dingen ophouden. ’
Daarop antwoordden zij: ‘Indien wij dat zijn, zo zijn wij dat; maar zulke dingen zijn de verlustigingen van onze neus. ’
Men vroeg toe: ‘Wat meer?’
Zij zeiden: ‘Het is eenieder geoorloofd in zijn verkwikkelijke te zijn, ook in het meest onreine, zoals men dat noemt, als hij maar niet de goede geesten en de engelen bestookt; maar omdat wij vanuit ons verkwikkelijke niet anders konden dan hen bestoken, zijn wij samen geworpen in tuchthuizen, waar wij ijzingwekkende dingen verduren.
Wij worden daar in onze verkwikkingen tegengehouden en worden daarvan weggetrokken en dat wordt de marteling van de hel genoemd; het is eveneens een innerlijke smart. ’
Toen vroeg men: ‘Waarom heeft u de goeden bestookt?’
Zij zeiden dat zij niet anders hadden gekund; het is alsof een woede hen overvalt wanneer zij een engel zien en de Goddelijke sfeer rondom hem ruiken.
Daarna werd hun gezegd: ‘Dus dan bent u ook zoals de wilde dieren. ’
Gelijk daarna toen zij de nieuweling-geest met de engelen zagen, kwam over die duivels een woede, die verscheen zoals het vuur van de haat; en daarom werden zij, opdat zij geen schade zouden berokkenen, in de hel teruggeworpen.
Hierna verschenen de engelen die uit de einddoelen de oorzaken zien en door de oorzaken de uitwerkingen, die in de hemel boven die drie groepen waren en dezen werden gezien in een blinkend wit licht, dat zich door spiraalvormige buigingen ontrolde en een ronde guirlande uit bloemen meevoerde en die op het hoofd van de nieuweling-geest werd gezet.
Toen werd vandaar een stem gehoord: ‘Deze lauwerkrans wordt u gegeven vanwege de oorzaak dat u vanaf de knapenjaren hebt nagedacht over de hemel en de hel.
BUITENECHTELIJKE SAMENLEVING