38. Vers 18. En om te heersen op de dag en in de nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis. En God zag, dat het goed was.
Door dag wordt het goede verstaan, door nacht het boze; daarom wordt het goede ‘werken van de dag’ genoemd, maar het boze ‘werken van de nacht’. Onder licht wordt het ware verstaan, onder de duisternis het valse, zoals de Heer zegt:
‘De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; die de waarheid doet, komt tot het licht’, (Johannes 3:19-21).
‘Vers 19. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vierde dag.