Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3025
3025. Dat de woorden ‘in het midden van wie ik woon’ de strijdige dingen in het moederlijk menselijke betekenen, die Hem omringen, blijkt uit de betekenis van ‘in het midden wonen’, namelijk van de Kanaäniet, want dat zijn die dingen die rondom zijn of die omringen; en dat deze met het ware in strijd zijn, blijkt uit wat net hiervoor is gezegd over de betekenis van de dochters van de Kanaäniet. Dat dit de dingen zijn die de Heer door overerving uit het moederlijke ontving en die Hij naderhand, toen Hij Zijn Menselijke Goddelijk maakte, verdreef, kan blijken uit wat eerder over dezelfde zaak is gezegd en aangetoond in de nrs. 1414, 1444, 1573, 2159, 2574, 2649.