Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4575
4575. En koningen zullen uit uw lendenen uitgaan; dat dit de ware dingen vanuit het Goddelijk huwelijk betekent, staat vast uit de betekenis van koningen, namelijk de ware dingen, waarover de nrs. 1672, 1728, 2015, 2069, 3009, 3670;
en uit de betekenis van de lendenen, namelijk de dingen die van de echtelijke liefde zijn, nrs. 3021, 4277, 4280; dus die van het hemels huwelijk zijn, in de hoogste zin van het Goddelijk huwelijk. De ware dingen vanuit het Goddelijk huwelijk zijn die welke voortgaan vanuit het Goddelijk Menselijke van de Heer en de heilige dingen worden genoemd; het Goddelijk Menselijke van de Heer immers is het Goddelijk huwelijk zelf; de dingen die hieruit voortgaan, zijn heilig en deze worden de hemelse en de geestelijke dingen genoemd en zij maken het hemels huwelijk, namelijk het ware verbonden met het goede en het goede verbonden met het ware; in de hemel is dit huwelijk en in eenieder die in de hemel is, ook in eenieder die in de Kerk is, indien degene die in de Kerk is in het goede en tevens in het ware is.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1728
1728. Dat de woorden ‘en hij was een priester’ het heilige van de liefde betekenen, blijkt uit de betekenis van de priester in het Woord: twee waardigheden zijn het welke de Heer worden toegeschreven, namelijk die van Koning en Priester. De koning of het koningschap betekent het heilig ware, de priester of het priesterschap het heilig goede; het eerstgenoemde is het Goddelijk geestelijke, het laatstgenoemde het Goddelijk hemelse. De Heer als Koning regeert alles tot in bijzonderheden in het heelal door het Goddelijk Ware, en als Priester door het Goddelijk Goede. Het Goddelijk Ware is de orde zelf van geheel Zijn rijk, en alle wetten daarvan zijn waar of eeuwige waarheden; het Goddelijk Goede is het eigenlijke wezen van de orde, waarvan alle dingen tot de Barmhartigheid behoren. Beide worden aan de Heer toegeschreven; wanneer er alleen het Goddelijk Ware was, zou geen sterveling zalig kunnen worden, want de waarheden verdoemen eenieder tot de hel, maar het Goddelijk Goede, dat tot de Barmhartigheid behoort, verheft van de hel tot de hemel. Dit is het, wat de koningen en priesters in de Joodse Kerk hebben uitgebeeld, en wat ook Malkizedech heeft uitgebeeld als koning van Schalem, en als priester van de Allerhoogste God.