The Bible

 

Ezechiël 43:10

Study

       

10 Gij mensenkind; wijs den huize Israels dit huis, opdat zij schaamrood worden vanwege hun ongerechtigheden, en laat ze het patroon afmeten.

From Swedenborg's Works

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3859

Study this Passage

  
/ 10837  
  

3859. Vers 32. En Lea ontving en baarde een zoon en zij noemde zijn naam Ruben, omdat zij zei: Daar Jehovah mijn verdrukking heeft gezien, omdat nu mijn man mij zal liefhebben. Lea ontving en baarde een zoon, betekent de geestelijke ontvangenis en baring van het uiterlijke tot het innerlijke; en zij noemde zijn naam Ruben, betekent het hoedanige ervan dat beschreven wordt; omdat zij zei: Daar Jehovah heeft gezien, betekent in de hoogste zin het vooruitzien, in de binnenste zin het geloof, in de innerlijke zin het verstand, in de uiterlijke het gezicht, hier het geloof uit de Heer; mijn verdrukking, betekent de staat van het bereiken van het goede; omdat nu mijn man mij zal liefhebben, betekent dat daaruit het goede van het ware is.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

The Bible

 

Jozua 4:1-9

Study

      

1 Het geschiedde nu, toen al het volk geeindigd had over de Jordaan te trekken, dat de HEERE tot Jozua sprak, zeggende:

2 Neemt gijlieden u twaalf mannen uit het volk, uit elken stam een man.

3 En gebiedt hun, zeggende: Neemt voor ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan, uit de standplaats van de voeten der priesteren, en bereidt twaalf stenen, en brengt ze met ulieden over, en stelt ze in het nachtleger, waar gij dezen nacht zult vernachten.

4 Jozua dan riep die twaalf mannen, die hij had doen bestellen van de kinderen Israels, uit elken stam een man.

5 En Jozua zeide tot hen: Gaat over voor de ark des HEEREN, uws Gods, midden in de Jordaan; en heft u een ieder een steen op zijn schouder, naar het getal der stammen van de kinderen Israels;

6 Opdat dit een teken zij onder ulieden; wanneer uw kinderen morgen vragen zullen, zeggende: Wat zijn u deze stenen?

7 Zo zult gij tot hen zeggen: Omdat de wateren van de Jordaan zijn afgesneden geweest voor de ark des verbonds des HEEREN; als zij toog door de Jordaan, werden de wateren van de Jordaan afgesneden; zo zullen deze stenen den kinderen Israels ter gedachtenis zijn tot in eeuwigheid.

8 De kinderen Israels nu deden alzo, gelijk als Jozua geboden had; en zij namen twaalf stenen op midden uit de Jordaan, gelijk als de HEERE tot Jozua gesproken had, naar het getal der stammen van de kinderen Israels; en zij brachten ze met zich over naar het nachtleger, en stelden ze aldaar.

9 Jozua richtte ook twaalf stenen op, midden in de Jordaan, ter standplaats van de voeten der priesteren, die de ark des verbonds droegen; en zij zijn daar tot op dezen dag.