The Bible

 

Ezechiël 33:2

Study

       

2 Mensenkind! spreek tot de kinderen uws volks, en zeg tot hen: Wanneer Ik het zwaard over enig land breng, en het volk des lands een man uit hun einden nemen, en dien voor zich tot een wachter stellen;

From Swedenborg's Works

 

Leer over de Gewijde Schrift #85

Study this Passage

  
/ 118  
  

85. Dat zulke dubbele uitdrukkingen in het Woord zijn, die verschijnen als herhalingen van een en dezelfde zaak, zou te ver voeren om die vanuit het Woord te tonen, want het zou hele bladzijden vullen; maar om alle twijfel weg te nemen, zou ik plaatsen willen aanvoeren, waar ‘gericht en gerechtigheid’ tezamen worden genoemd, verder ook waar ‘natie en volk, en ook waar ‘vreugde en blijdschap’ worden gezegd. De plaatsen waar gericht en tegelijk gerechtigheid worden genoemd zijn deze: ‘De stad was vol van gericht, de gerechtigheid overnachtte’, (Jesaja 1:21).

‘Zion zal in gerechtigheid verlost worden en haat terugleiden in gericht’, (Jesaja 1:27).

‘Verhoogd zal worden Jehovah Zebaoth in gericht en God de Heilige zal geheiligd worden in gerechtigheid’, (Jesaja 5:16).

‘Zitten zal Hij op de troon Davids en op Zijn Koninkrijk, om dat te bevestigen in gericht en in gerechtigheid, (Jesaja 9:6).

‘Verhoogd zal worden Jehovah, omdat Hij bewoont het hoge, en vervuld heeft het land [Zion] met gericht en gerechtigheid’, (Jesaja 33:5).

‘Gezegd heeft Jehovah: Bewaart het gericht en doet gerechtigheid, omdat nabij is Mijn heil, opdat Mijn gerechtigheid onthuld zal worden’, (Jesaja 56:1).

‘Alsof een natie die gerechtigheid heeft gedaan en het gericht van haar God niet heeft verlaten: zij vragen gerichten der gerechtigheid’, (Jesaja 58:2).

‘Zweer bij de levende Jehovah in gericht en gerechtigheid’, (Jeremia 6:2).

‘Over dit beroeme zich die zich beroemt, dat Jehovah doet gericht en gerechtigheid op aarde’, (Jeremia 9:24).

‘Doet gericht en gerechtigheid. Wee hem die zijn huis bouwt zonder gerechtigheid en zijn opperzalen zonder gericht. Heeft niet uw vader gedaan gericht en gerechtigheid en toen was het goed met hem’, (Jeremia 22:3, 13, 15).

‘Opwekken zal Ik aan David een gerechte Spruit, Die regeren zal als Koning en doet gericht en gerechtigheid op aarde’, (Jeremia 23:5; 33:15).

‘Indien een man was geweest gerecht, die gedaan had gericht en gerechtigheid’, (Ezechiël 18:5).

‘Indien een goddeloze omgekeerd zal zijn geweest, en gedaan zal hebben gericht en gerechtigheid, niet zal geschieden melding tegen hem; gericht en gerechtigheid heeft hij gedaan, door te leven zal hij leven’, (Ezechiël 33:14, 16, 19).

‘Ondertrouwen zal Ik Mij aan u tot in het eeuwige in gerechtigheid en in gericht, en in barmhartigheid en in ontfermingen’, (Hosea 2:18).

‘Moge vloeien zoals water het gericht, en de gerechtigheid zoals een sterke bergstroom’, (Amos 5:24) ‘Verkeerd hebt gij het gericht in gal, en de macht van de gerechtigheid in alsem’, (Amos 6:12).

‘Jehovah twistte mijn twist, en de deed gericht aan mij, en leide mij uit tot het licht, en ik moge zien zijn gerechtigheid’, (Micha 7:9).

‘Jehovah, Uw gerechtigheid zoals de bergen van God, Uw gerichten een grote afgrond’, (Psalm 36:7).

‘Jehovah zal u uitleiden zoals het licht uw gerechtigheid en het gericht zoals de middag’, (Psalm 37:6).

‘Jehovah zal richten Zijn volk in gerechtigheid, en Zijn ellendigen in gericht’, (Psalm 72:2).

‘Gerechtigheid en gericht, de schraag van Uw troon’, (Psalm 89:15).

‘Wanneer ik zal geleerd hebben de gerichten van Uw gerechtigheid. Zevenmaal in de dag loof ik u over de gerichten van Uw gerechtigheid’, (Psalm 119:7, 164).

‘God, de gerechtigheid van Jehovah doet hij, en Zijn gerichten met Israël’, (Deuteronomium 33:21).

‘De Geest der waarheid zal de wereld overtuigen van gerechtigheid en van gericht’, (Johannes 16:8, 10-11; en elders). Dat gericht en gerechtigheid zo vaak worden vermeld, is omdat gericht wordt gezegd over de ware dingen en gerechtigheid over de goede dingen, en daarom wordt onder gericht en gerechtigheid daar ook verstaan, doen vanuit het ware en vanuit het goede. Dat gericht wordt gezegd over het ware en gerechtigheid over het goede, is omdat de regering van de Heer in het geestelijk rijk wordt genoemd gericht, en de regering van de Heer in het hemels rijk wordt genoemd gerechtigheid, waarover men kan zien in het werk ‘Hemel en Hel’, hoofdstuk 214, 215. Omdat gericht wordt gezegd ten aanzien van het ware wordt daarom in sommige plaatsen gezegd ‘Waarheid en Gerechtigheid’, zoals in: (Jesaja 11:5; Psalm 85:12); en elders.

  
/ 118  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.