16
Al zijn zonden, die hij gezondigd heeft, zullen hem niet gedacht worden; hij heeft recht en gerechtigheid gedaan, hij zal zekerlijk leven.
16
Al zijn zonden, die hij gezondigd heeft, zullen hem niet gedacht worden; hij heeft recht en gerechtigheid gedaan, hij zal zekerlijk leven.
1
In het vijf en twintigste jaar onzer gevankelijke wegvoering, in het begin des jaars, op den tienden der maand, in het veertiende jaar, nadat de stad geslagen was; even op dienzelfden dag, was de hand des HEEREN op mij, en Hij bracht mij derwaarts.
3624. Het is nu veroorloofd, wonderbaarlijke dingen mee te delen en te beschrijven, die – voor zover ik weet – tot dusver nog niemand bekend waren en zelfs niet in enig gemoed opkwamen, namelijk dat de gezamenlijke hemel zodanig is gevormd, dat hij overeenstemt met de Heer, met Zijn Goddelijk Menselijke; en dat de mens zodanig is gevormd, dat hij naar alle dingen en elk ding bij hem overeenstemt met de hemel en door de hemel met de Heer; dit is het grote mysterie dat nu onthuld moet worden en waarover gehandeld zal worden hier en aan het einde van de volgende hoofdstukken.