The Bible

 

Ezechiël 26:15

Study

       

15 Alzo zegt de Heere Heere tot Tyrus: Zullen niet de eilanden van het geluid uws vals beven, als de dodelijk verwonde zal kermen, wanneer men in het midden van u schrikkelijk zal moorden?

From Swedenborg's Works

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #790

Study this Passage

  
/ 10837  
  

790. Dat de ‘wateren’ hier en in hetgeen volgt de valsheden betekenen, kan blijken uit die plaatsen in het Woord, welke werden aangehaald in de inleiding tot dit hoofdstuk en bij het zesde vers daarvan, waar sprake was van de vloed of de wateroverstroming. Daar wordt aangetoond, dat de wateroverstroming verlatingen en verzoekingen betekenden, welke hetzelfde insluiten als valsheden, want verlatingen en verzoekingen zijn niets anders dan overstromingen van valsheden, opgewekt door de kwade geesten. Dat zulke wateren valsheden betekenen, komt omdat de wateren in het algemeen in het Woord het geestelijke betekenen, dat wil zeggen, het verstandelijke, het redelijke en het wetenschappelijke, en omdat zij dit betekenen, beduiden zij ook het tegenovergestelde, want al het valse is iets wetenschappelijks en verschijnt als redelijk en verstandelijk omdat het tot het denken behoort. Dat wateren geestelijke dingen betekenen, blijkt uit zeer veel plaatsen in het Woord; maar om te bevestigen dat zij ook valsheden betekenen, mogen, behalve de plaatsen welke eerder zijn aangevoerd, ook de navolgende dienen.

Bij Jesaja:

‘Verworpen heeft dit volk de wateren van Schiloach, die zachtjes gaan; daarom ziet, zo zal de Heer over hen doen opkomen sterke en vele wateren van de rivier; en hij zal opkomen over al zijn stromen, en gaan over al zijn oevers’, (Jesaja 8:6, 7);

waar de zachtjes gaande wateren staan voor de geestelijke dingen, de sterke en vele wateren voor de valsheden.

Ook bij Jesaja:

‘Wee het land, dat met zijn vleugelen beschaduwt, dat aan gene zijde van de rivieren van Kusch is; dat gezanten zendt over de zee, en in schepen van biezen over de aangezichten van de wateren; gaat heen, gij snelle boden tot een gemeten en vertreden natie, welk land de rivieren beroofd hebben’, (Jesaja 18:1, 2);

voor de valsheden, welke behoren tot het land, dat met zijn vleugelen overschaduwt.

Bij dezelfde:

‘Wanneer gij door de wateren zult gaan, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen’, (Jesaja 43:2);

wateren en stromen voor moeiten, voorts voor valsheden.

Bij Jeremia:

‘Wat hebt gij te doen met de weg van Egypte, om de wateren van Schichor te drinken; en wat hebt gij te doen met de weg van Aschur, om de wateren van de rivier te drinken?’, (Jeremia 2:18);

wateren voor valsheden uit redeneringen.

Bij dezelfde:

‘Wie is het die optrekt als een rivier, als rivieren worden zijn wateren bewogen; Egypte trekt op als een rivier, en als rivieren worden wateren bewogen; en zegt: Ik zal optrekken, ik zal de aarde bedekken, ik zal de stad, en die daarin wonen, verderven’, (Jeremia 46:7, 8);

water voor de valsheden uit redeneringen.

Bij Ezechiël:

‘Alzo zei de Heer Jehovih: Als Ik u gesteld zal hebben tot een verwoeste stad, gelijk de steden, die niet bewoond worden, als Ik een afgrond over u zal hebben doen opkomen, en de grote wateren u zullen overdekt hebben, en Ik u zal hebben doen neerdalen met degenen die in de kuil neerdalen’, (Ezechiël 26:19);

wateren over de kwaadheden en de valsheden daarvan.

Bij Habakuk:

‘Gij hebt de zee betreden met uw paarden, het slijk van veel wateren’, (Habakuk 3:15);

wateren voor valsheden.

Bij Johannes:

‘De draak wierp uit zijn mond achter de vrouw water als een rivier, opdat hij door haar de rivier zou doen verzwelgen’, (Openbaring 12:15, 16);

waar de wateren voor valsheden en leugens staan.

Bij David:

‘Steek Uw handen van de hoogte uit, ontzet mij, en bevrijd mij uit vele wateren, uit de hand van de zonen van de vreemdeling, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand van valsheid’, (Psalm 144:7, 8);

waar de vele wateren duidelijk voor de valsheden staan; de zonen van de vreemdeling betekenen ook de valsheden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

The Bible

 

Ezechiël 26:19

Study

       

19 Want alzo zegt de Heere Heere: Als Ik u zal stellen tot een verwoeste stad, gelijk de steden, die niet bewoond worden; als Ik een afgrond over u zal doen opkomen, en de grote wateren u zullen overdekken,