25
De verbintenis harer profeten is in het midden van haar als een brullende leeuw, die een roof rooft; zij eten de zielen op, den schat en het kostelijke nemen zij weg; haar weduwen vermenigvuldigen zij in het midden van haar.
6
Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot de drekgoden van het huisIsraels; noch de huisvrouw zijns naasten verontreinigt, noch tot de afgezonderde vrouw nadert;