21
Als die gingen, gingen deze; en als die stonden, stonden zij; en als die van de aardeopgeheven werden, werden de raderen tegenover hen opgeheven; want de geest der dieren was in de raderen.
2
En ziet, de heerlijkheid des Gods van Israelkwam van den weg naar het oosten; en Zijn stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid.