The Bible

 

Daniël 8:7

Study

       

7 En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste.

From Swedenborg's Works

 

Leer over het Geloof #67

Study this Passage

  
/ 72  
  

67. De ontvouwing van deze dingen is de volgende: de ram met de twee hoornen, waarvan de hogere later opkwam, betekent hen die in het geloof vanuit de naastenliefde zijn; dat de hoorn stiet naar het westen, het noorden en het zuiden, betekent de verstrooiing van het boze en het valse; dat hij zich groot maakte, betekent de aanwassing; de bok komende uit het westen over de aangezichten van de ganse aarde, betekent hen die in het van de naastenliefde gescheiden geloof zijn, en het binnenvallen in de Kerk van hen; het westen is het boze van de natuurlijke mens; die een hoorn tussen de ogen had, betekent het eigen inzicht; dat hij toe-rende op de ram met de woede van de sterkte, betekent dat hij heftig de naastenliefde en haar geloof bestreed; dat hij verbrak diens twee hoornen, hem ter aarde wierp, en hem vertrad, betekent dat hij geheel en al zowel de naastenliefde als het geloof verstrooide, want wie de ene verstrooit, verstrooid ook het andere, zij maken immers één; dat gebroken werd de grote hoorn van de bok, betekent de niet-verschijning van het eigen inzicht; dat in de plaats ervan vier hoornen opkwamen, betekent de toepassingen van de letterlijke zin van het Woord ter bevestiging; dat van de ene hoorn uitging een kleine hoorn, betekent de argumentering dat niemand de wet kan vervullen en het goede doen uit zichzelf; dat die hoorn groeide naar het zuiden, naar de opgang en naar het sierlijke, betekent daardoor de opstand in alle dingen van de Kerk; en tot aan het heir der hemelen, en hij wierp neer ter aarde van het heir, en van de sterren, en hij vertrad ze, betekent zo de vernietiging van alle erkentenissen van het goede en het ware, die van de naastenliefde en van het geloof moesten zijn; dat hij zich verhief tot de Vorst van het heir, en van Die werd weggenomen het gedurig offer en het habitakel van Zijn heiligdom, betekent dat hij zo alle dingen van de eredienst van de Heer en van Zijn Kerk plunderde; dat hij de waarheid heeft voortgeworpen ter aarde, betekent dat hij de ware dingen van het Woord heeft vervalst; door de avond vroeg in de morgen, wanneer het heilige zal gerechtvaardigd worden, wordt aangeduid het einde van die Kerk en het begin van de nieuwe.

  
/ 72  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.