The Bible

 

Daniël 12:7

Study

       

7 En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechterhand en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden.

From Swedenborg's Works

 

Ware Christelijke Religie #607

Study this Passage

  
/ 853  
  

607. Dat ieder mens in gemeenschap, dat wil zeggen, in vergezelschapping of verbonden is met de engelen van de hemel of met de geesten van de hel, vindt hierin zijn reden, dat hij geboren is om geestelijk te worden, en dit niet mogelijk is, tenzij hij met hen die geestelijk zijn in enige verbinding is. Dat de mens naar zijn gemoed in beide werelden, de natuurlijke en de geestelijke is, werd in het werk over ‘Hemel en Hel’, aangetoond. Maar van deze verbinding heeft de mens geen weet, ook niet de engel en de geest, om deze reden, omdat de mens zolang hij in de wereld leeft, in de natuurlijke staat is, en de engel en de geest in de geestelijke staat, en vanwege het onderscheid tussen het natuurlijke en het geestelijke verschijnt het een niet aan het ander. Dit onderscheid is in zijn hoedanigheid beschreven in het werk over ‘de Echtelijke Liefde’, in de gedenkwaardigheid daar, nrs. 326-329. Hieruit blijkt, dat zij niet naar de gedachten maar naar de aandoeningen verbonden zijn en daarover denkt nauwelijks iemand na, aangezien aandoeningen niet in het licht zijn, waarin het verstand en vandaar de gedachte van het verstand is, maar in de warmte waarin de wil is en vandaar de aandoening van zijn liefde. De verbinding door middel van de aandoeningen van de liefde tussen de mensen enerzijds en de engelen en geesten anderzijds is zo nauw, dat wanneer zij verscheurd werd en ze dus gescheiden zouden worden, de mensen terstond bewusteloos zouden vallen en als de verbinding niet hersteld zou worden, de mens de geest zou geven. Onder hetgeen gezegd werd, namelijk dat de mens door de wederverwekking geestelijk wordt, wordt niet verstaan, dat hij geestelijk wordt zoals de engel dit in zichzelf is, maar dat hij natuurlijk-geestelijk wordt, dat wil zeggen, dat binnen in zijn natuurlijke het geestelijke is, zoals de gedachte in de spraak is en zoals de wil in de handeling is, want wanneer de een ophoudt, houdt de ander eveneens op. Op gelijke wijze is de geest van de mens in elk van de dingen die in het lichaam plaatsvinden, en de geest is het die het natuurlijke aandrijft om te doen wat het doet. Het natuurlijke is op zichzelf beschouwd, passief of een dode kracht, het geestelijke echter is actief of een levende kracht. Het passieve of de dode kracht kan niet uit zichzelf handelen, maar moet aangedreven worden door het actieve of de levende kracht. Aangezien de mens voortdurend in verbinding leeft met de bewoners van de geestelijke wereld, wordt hij dan ook, wanneer hij uit de natuurlijke wereld heengaat, terstond bij zijn gelijken ingelijfd, waarmee hij in de wereld was. Vandaar komt het dat het iedereen na de dood toeschijnt alsof hij nog in de wereld leefde, want dan komt hij in verkeer met hen die naar de aandoeningen van zijn wil aan hem gelijk zijn. Hij erkent ze dan zoals bloedverwanten en aanverwanten die van hen in de wereld erkennen. Dit is het, wat in het Woord gezegd wordt van hen die sterven, namelijk, ‘dat zij tot de hunnen vergaderd en verzameld zijn’. Hieruit kan nu blijken dat de wederverwekte mens in gemeenschap is met de engelen van de hemel en de niet wederverwekte mens met de geesten van de hel.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.

The Bible

 

Daniël 12:3

Study

       

3 De leraars nu zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk.