Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9299
9299. En niet zal vernachten het vet van Mijn feest tot aan de morgen; dat dit betekent het goede van de eredienst niet uit het eigene, maar uit de Heer steeds nieuw, staat vast uit de betekenis van vernachten, namelijk dat wat uit het eigene is, want met de nacht wordt in het Woord het boze en het valse aangeduid, nrs. 221, 709, 6000, 7776, 7851, 7870, 7947, dus eveneens het eigene, omdat het eigene van de mens niets dan het boze en het valse is, nrs. 210, 215, 694, 874-876, 987, 1023, 1044, 4318, 5660, 5786, 8480; uit de betekenis van het vet of van de vettigheid, namelijk het goede van de liefde, nr. 353, 5943, hier het goede van de liefde in de eredienst, omdat er wordt gezegd het vet des feestes; het feest immers is de eredienst, nr. 9286, 9287, 9294; en uit de betekenis van de morgen, namelijk de Heer en Zijn Komst, zoals kan vaststaan uit wat over de morgen is getoond, nrs. 2405, 2780, 5962, 8426, 8427, 8812; vandaar wordt hier met de morgen, waar wordt gehandeld over het goede van de eredienst niet uit het eigene, aangeduid dat uit de Heer steeds nieuw.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 694
694. Zoals de hemel door de Heer, door middel van de wederkerige liefde, als het ware één mens en één ziel uitmaakt, en zo dus een enig doel beoogt, dat wil zeggen, allen tot in eeuwigheid te behouden en zalig te maken, zo ook maakt omgekeerd de hel door het eigen ik, door middel van de eigenliefde en van de liefde tot de wereld, dat wil zeggen, door de haat, één duivel en één gemoed uit, en beoogt zo een enig doel, dat daarin bestaat, allen voor eeuwig te verderven en te verdoemen. Dat hun streven van dien aard is, heb ik duizenden en duizenden malen waargenomen, en indien daarom de Heer allen niet in elk ogenblik, ook in het kleinste ogenblik bewaarde, zo zouden zij te gronden gaan.