From Swedenborg's Works

 

Engelenwijsheid over de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid #274

Study this Passage

  
/ 432  
  

274. 2. Dat het natuurlijk gemoed dat een vorm of beeld van de hel is, afdaalt door drie graden. Dat in de grootste en kleinste van alle dingen graden van tweevoudig geslacht zijn, die de graden van hoogte en die van breedte worden genoemd, kan men boven zien, n. 222-229. Zo ook het natuurlijk gemoed in zijn grootste en kleinste dingen; hier worden de graden van hoogte verstaan. Het natuurlijk gemoed is vanuit zijn tweetal vermogens, die redelijkheid en vrijheid worden genoemd, in die staat dat het door drie graden kan opklimmen en door drie graden afdalen. Het klimt op vanuit de goede en ware dingen en daalt af vanuit de boze en valse dingen; en als het opklimt, worden de lagere graden gesloten die tot de hel strekken en als het afdaalt, worden de hogere graden gesloten die tot de hemel strekken. De oorzaak is omdat zij in reactie zijn. De drie hogere en lagere graden zijn niet geopend noch gesloten in de pas geboren mens; want dan is hij in onwetendheid van het goede en ware en van het boze en valse; maar zoals hij zichzelf in die dingen brengt, zo worden ook de graden geopend of gesloten ofwel van de ene ofwel van de andere kant. Wanneer zij geopend worden naar de hel, valt de hoogste of binnenste plaats aan de regerende liefde toe, die van de wil is, de tweede of de middelste plaats valt aan het denken van het valse toe, dat van het verstand is vanuit die liefde; en de laagste plaats valt toe aan het geconcludeerde van de liefde door het denken, of de wil door het verstand. Het is hier ook hetzelfde zoals het is met de graden van hoogte, waarover eerder, dat zij in een orde zijn zoals: doel oorzaak en uitwerking, of zoals: het eerste, middelste en het laatste doel. Het afdalen van deze graden is naar het lichaam; vandaar vergroven die zich in het afdalen en worden stoffelijk en lichamelijk. Indien ware dingen vanuit het Woord in de tweede graad, om die te vormen, worden ontvangen, worden die ware dingen vanuit de eerste graad, die de liefde van het boze is, vervalst en worden zij bedienden en lijfeigenen. Hieruit kan vaststaan hoedanig de ware dingen van de Kerk vanuit het Woord worden bij diegenen die in de liefde van het boze zijn, of van wie het natuurlijk gemoed in vorm een hel is, namelijk dat zij omdat zij de duivel van dienst zijn als middelen, worden geprofaneerd; want de liefde van het boze die regeert in het natuurlijk gemoed, dat een hel is, is de duivel, zoals boven is gezegd.

  
/ 432  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

From Swedenborg's Works

 

Goddelijke Voorzienigheid #7

Study this Passage

  
/ 340  
  

7. IV. Het is van de Goddelijke Voorzienigheid dat al het geschapene in de samenstelling en in het deel een zodanig éne moet zijn; en indien dit het niet is, dat dit het wordt; dat wil zeggen, dat in al het geschapene iets moet zijn vanuit de Goddelijke Liefde en tegelijk vanuit de Goddelijke Wijsheid, of, wat hetzelfde is, dat in al het geschapene het goede en het ware moet zijn, of de verbinding van het goede en het ware. Aangezien het goede is van de liefde en het ware is van de wijsheid, zoals boven in n. 5 is gezegd, zal daarom in wat volgt voor ‘de liefde en de wijsheid’ hier en daar worden gezegd ‘het goede en het ware’, en voor ‘de vereniging van de liefde en de wijsheid’, ‘het huwelijk van het goede en het ware’.

  
/ 340  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

From Swedenborg's Works

 

Engelenwijsheid over de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid #427

Study this Passage

  
/ 432  
  

427. 22. Het is eender met de naastenliefde en het geloof en met de verbinding ervan, als het is met de wil en het verstand en met de verbinding daarvan. Er zijn een tweetal liefden, volgens welke de hemelen zijn onderscheiden: de hemelse liefde en de geestelijke liefde. De hemelse liefde is de liefde in de Heer en de geestelijke liefde is de liefde jegens de naaste. Deze liefden worden daardoor onderscheiden dat de hemelse liefde de liefde van het goede is en de geestelijk liefde de liefde van het ware is. Want degenen die in de hemelse liefde zijn, doen nutten vanuit de liefde van het goede, en degenen die in de geestelijke liefde zijn, doen nutten vanuit de liefde van het ware. Het huwelijk van de hemelse liefde is met de wijsheid en het huwelijk van de geestelijke liefde is met het inzicht. Want het is van de wijsheid om het goede te doen vanuit het goede en het is van het inzicht om het goede te doen vanuit het ware. Daarom doet de hemelse liefde het goede en doet de geestelijke liefde het ware. Het verschil tussen dit tweetal liefden kan slechts door deze dingen worden beschreven: dat degenen die in de hemelse liefde zijn, de wijsheid hebben die in hun leven is ingeschreven en niet in het geheugen, wat er de oorzaak van is dat zij niet over de Goddelijke ware dingen spreken maar dat zij die doen, terwijl zij die in de geestelijke liefde zijn, wijsheid hebben die in hun geheugen is ingeschreven; daarom spreken zij over de Goddelijk ware dingen en doen die vanuit de beginselen in het geheugen. Omdat zij die in de hemelse liefde zijn, de wijsheid hebben die in hun leven is ingeschreven, merken daarom terstond op van al wat zij horen of het waar is of niet; en wanneer zij worden ondervraagd of het waar is, antwoorden zij alleen ofwel dat het zo is, ofwel dat het niet zo is. Dezen zijn het die worden verstaan onder deze woorden van de Heer: “Laat uw rede zijn ja, ja; nee, nee’, (Mattheüs 5:37); en omdat zij zodanig zijn, willen zij niet iets horen over het geloof en zeggen dan: ‘Wat is het geloof; is het niet de wijsheid; en wat is de naastenliefde; is zij niet doen? Wanneer aan hen wordt gezegd dat geloof is geloven wat niet wordt verstaan, keren zij zich af en zeggen: ‘Deze mens ijlt’. Dezen zijn het die in de derde hemel zijn en die de wijsten van allen zijn. Zodanig zijn geworden degenen die in de wereld de Goddelijke dingen die zij hoorden, terstond in hun leven hebben toegepast door afkerig te zijn van de boze dingen als helse dingen en door de Heer alleen te aanbidden. Deze verschijnen, omdat zij in onschuld zijn, aan anderen zoals kleine kinderen; en omdat zij niets over de ware dingen van de wijsheid spreken en er niets van hoogmoed in het spreken van hen is, schijnen zij ook eenvoudigen. Niettemin doorvatten zij, als zij iemand horen spreken, vanuit de toon alle dingen van de liefde van hem en vanuit de spraak alle dingen van het inzicht van hem. Dezen zijn het die in het huwelijk van de liefde en de wijsheid zijn uit de Heer, en die betrekking hebben op het gebied van het hart van de hemel, waarover eerder.

  
/ 432  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.