2. Maar dat het geheel zowel als het bijzondere, ja het meest bijzondere, tot de kleinste jota toe, geestelijke en hemelse dingen betekent en omhult, weet tot dusver de Christelijke wereld in de verste verte niet, om welke reden zij dan ook voor het Oude Testament weinig aandacht heeft Niettemin kan het hieruit alleen al blijken, dat het Woord – daar het van de Heer is en van de Heer komt - nooit zou kunnen bestaan, tenzij het innerlijk die dingen bevatte, welke van de hemel, de kerk en van het geloof zijn. Anders kon het niet het Woord van de Heer genoemd worden, evenmin zou gezegd kunnen worden, dat daarin enig leven is; want vanwaar zou het leven anders kunnen komen, dan uit de dingen die van het leven zijn, dat wil zeggen, daarvandaan dat het geheel zowel als elke bijzonderheid betrekking heeft op de Heer, Die het leven Zelf is. Iets dat innerlijk niet op Hem ziet, leeft dus niet, ja zelfs, een woord in het Woord, dat niet Hem onthult, of op haar wijze op Hem betrekking heeft, is niet goddelijk.

6884. 'The God of your fathers' means Him who was the God of the Ancient Church. This is clear from what has been stated above in 6876, where similar words occur. In the external sense written as history the words 'the God of their fathers' are used to mean the God of Abraham, Isaac, and Jacob, but in the internal sense to mean Him who was the God of the Ancient Church. That the latter, not the former, is what is meant in the internal sense may be recognized from the consideration that the historical record contained in the Word cannot find its way into heaven. For the historical record in the Word is concerned with what is natural and worldly, but those in heaven possess exclusively spiritual ideas and thus they understand in a spiritual Way that which is written as history. And when the description of what is worldly, constituting the sense of the letter of the Word, reaches only the outskirts of heaven it is converted into the spiritual sense. Some recognition that this is so may also be gained from the consideration that man too on many occasions converts what he is being told into the kinds of things that occupy his entire thinking; that is, one whose thoughts are unclean turns them into what is unclean, and one whose ideas are clean into what is clean. So it is then that by 'the God of your fathers' those in heaven do not perceive the God of Abraham, Isaac, and Jacob, for in heaven they have no thought of Abraham, Isaac, and Jacob, only of the Lord who is represented by them. It is for this reason that He who was the God of the Ancient Church is what those words mean.