From Swedenborg's Works

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1384

Study this Passage

  
/ 10837  
  

1384. Wat de eerste soort betreft, die de engelen eigen is, en daarin bestaat, dat zij innerlijk gewaarworden, wat waar en goed is, en gewaarworden wat van de Heer komt, en wat van henzelf, en verder ook van waar en hoedanig datgene is wat zij denken, spreken en doen, wanneer het uit henzelf komt. Het werd mij gegeven met de zonen van de Oudste Kerk te spreken over hun innerlijke gewaarwording; zij zeiden dat zij niets uit zichzelf denken of denken kunnen, en niets uit zichzelf willen, maar dat zij bij alles, wat zij in het algemeen en in het bijzonder denken en willen en gewaarworden, wat van de Heer en wat van elders komt, en dat zij niet alleen gewaarworden, hoeveel van de Heer en hoeveel als van henzelf komt, maar ook, wanneer iets als van henzelf komt, waar het dan vandaan komt, van welke engelen, en verder van welke aard die engelen zijn, van welke aard hun gedachten, met alle verscheidenheid, en zo dus welke invloed het is, en ontelbare andere dingen meer. De innerlijke gewaarwording van deze soort zijn van een grote verscheidenheid; bij de hemelse engelen, die in de liefde tot de Heer zijn, bestaat een innerlijke gewaarwording van het goede en vandaar van al wat tot het ware behoort, en omdat zij uit het goede het ware gewaarworden, laten zij niet toe dat er gesproken, nog minder dat er geredeneerd wordt over het ware, maar zij zeggen: zo is het of zo is het niet. De geestelijke engelen echter, die ook innerlijke gewaarwording hebben, maar niet van dien aard als de hemelse engelen, spreken over het ware en het goede; niettemin worden zij het ware en het goede gewaar, maar met onderscheid, want de verscheidenheden van deze innerlijke gewaarwording zijn ontelbaar. De verscheidenheden rusten hierop, dat zij gewaarworden of iets komt van de wil van de Heer, of dat Hij het vergunt, of dat Hij het toelaat, waartussen een scherp onderscheid ligt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

From Swedenborg's Works

 

Arcana Coelestia #4626

Study this Passage

  
/ 10837  
  

4626. When any spirit is approaching, even though still a long way off and out of sight, his presence is detected, as often as the Lord allows it to be, from a certain kind of spiritual sphere. From that sphere one recognizes what his life is like, what his affection is like, and what his faith is like. Angelic spirits with keener perception know from his sphere countless things about the state of his life and faith, as has been demonstrated to me many times. When it pleases the Lord these spheres are also converted into odours; one smells quite distinctly an actual odour. The reason those spheres are converted into odours is that odour corresponds to perception and that perception is so to speak spiritual odour, from which also [natural] odour descends. But see what has been brought forward already on these matters - regarding spheres, in 1048, 1053, 1316, 1504-1519, 1695, 2401, 2489, 4464; perception, in 483, 495, 503, 521, 536, 1383, 1384, 1388, 1391, 1397, 1398, 1504, 1640; and odours produced by these, in 1514, 1517-1519, 1631, 3577.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.

From Swedenborg's Works

 

Arcana Coelestia #1521

Study this Passage

  
/ 10837  
  

1521. CHAPTER 13

THE LIGHT IN WHICH ANGELS ARE LIVING

Many experiences have made it quite clear to me that spirits and angels possess all of the senses except taste, and that these are far keener and more perfect than man's ever are. Not only do angels see and form relationships with one another, experiencing as they do so supreme happiness resulting from mutual love; there are also more things which they see in their world than man can ever believe. The world of spirits and the heavens are full of representative phenomena like those seen by the prophets, and so many in number that if a person's sight were opened to behold them just for a few hours he would inevitably be dumbfounded. The light in heaven is such as to be unbelievably superior to the light in the physical world at midday. Yet no light from this world reaches those who are in heaven since they are above or within the sphere where that light shines; instead they have Light from the Lord, who is their Sun. To angels even the midday light of the world is like pitch darkness, and when they are allowed to peer at the light, it is as though they were peering into sheer darkness, as I have been given to know from experience. From this it becomes clear how different the light of heaven is from the light of the world.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.