Библијата

 

Micha 2

Студија

   

1 Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is.

2 En zij begeren akkers, en roven ze, en huizen, en nemen ze weg; alzo doen zij geweld aan den man en zijn huis, ja, aan een iegelijk en zijn erfenis.

3 Daarom, alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn.

4 Te dien dage zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht klagen, en zeggen: Wij zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze akkers.

5 Daarom zult gij niemand hebben, die het snoer werpe in het lot, in de gemeente des HEEREN.

6 Profeteert gijlieden niet, zeggen zij, laat die profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet af van smaadheden.

7 O gij, die Jakobs huis geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN verkort? Zijn dat Zijn werken? Doen Mijn woorden geen goed bij dien, die recht wandelt?

8 Maar gisteren stelde zich Mijn volk op, tot vijand, tegenover een kleed; gij stroopt een mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd.

9 De vrouwen Mijns volks verdrijft gij, elkeen uit het huis van haar vermakingen; van haar kinderkens neemt gij Mijn sieraad in eeuwigheid.

10 Maakt u dan op, en gaat henen; want dit land zal de rust niet zijn; omdat het verontreinigd is, zal het u verderven, en dat met een geweldige verderving.

11 Zo er iemand is, die met wind omgaat, en valselijk liegt, zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en voor sterken drank! dat is een profeet dezes volks.

12 Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal Ik Israels overblijfsel vergaderen; Ik zal het te zamen zetten als schapen van Bozra; als een kudde in het midden van haar kooi zullen zij van mensen deunen.

13 De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun koning zal voor hun aangezicht henengaan; en de HEERE in hun spits.

   

Библијата

 

Jesaja 5:8

Студија

       

8 Wee dengenen, die huis aan huis trekken, akker aan akker brengen, totdat er geen plaats meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners gemaakt wordt in het midden des lands!

Од делата на Сведенборг

 

Ware Christelijke Religie #155

Проучи го овој пасус

  
/ 853  
  

155. Eerder, in het derde artikel, werd aangetoond dat deze Goddelijke kracht, welke wordt verstaan onder de werking van de Heilige Geest, bij de geestelijken in het bijzonder de verlichting en de onderwijzing is, maar aan deze twee voegen zich nog twee tussenliggende werkingen toe, namelijk de innerlijke gewaarwording en de ordening. Daarom zijn er vier dingen die bij de geestelijken in orde op elkaar volgen: de verlichting, de innerlijke gewaarwording, de ordening en de onderwijzing. De verlichting is uit de Heer, en de innerlijke gewaarwording is in de mens, overeenkomstig de staat van zijn gemoed dat door leerstellige dingen is gevormd. Wanneer die leerstellige dingen waarheden zijn, wordt de innerlijke gewaarwording helder uit het licht dat verlicht; zijn het daarentegen valsheden, dan wordt zij duister, hoewel zij als helder kan verschijnen vanuit de bevestigingen, maar dit komt voort uit een dwaallicht, dat voor de louter natuurlijke blik van gelijke helderheid is. De ordening komt echter voort uit de aandoening van de liefde van de wil; de verlustiging van deze liefde ordent. Als het de verlustiging van het boze en van het daaruit voortvloeiende valse is, dan verwekt dit een ijver, die van buiten bars, ruw, gloeiend en vuurspugend is, en van binnen toorn, razernij en onbarmhartigheid. Is zij echter de verlustiging van het goede en van het daaruit voortvloeiende ware, dan is de ijver van buiten licht, glad, klinkend en brandend, en van binnen naastenliefde, genade en barmhartigheid. De onderwijzing volgt echter als werking hier vanuit, als oorzaken. Zo verandert de verlichting, die uit de Heer is, zich in verschillende soorten van licht en in verschillende soorten van warmte bij ieder overeenkomstig de staat van zijn gemoed.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.