Ware Christelijke Religie #298

By Emanuel Swedenborg

Study this Passage

  
/ 853  
  

298. In de geestelijke zin wordt onder de naam van God alles verstaan, wat de Kerk uit het Woord leert, en waardoor de Heer aangeroepen en vereerd wordt; al deze dingen zijn in samenvatting de naam van God. Daarom wordt onder de naam van God ijdel gebruiken verstaan: iets daaruit gebruiken in zinloos en vals gepraat, leugens, verwensingen, toverijen en bezweringen, want ook dit is God en dus Zijn naam smaden en lasteren. Dat het Woord, en wat daaruit van de Kerk is, en dus de hele eredienst de naam van God is, kan uit de volgende plaatsen blijken:

‘Van de opgang van de zon zal Mijn naam aangeroepen worden’, (Jesaja 26:8, 13; 41:25).

‘Van de opgang van de zon tot haar ondergang zal Mijn naam groot zijn onder de volkeren; en op alle plaatsen zal Mijn naam reukwerk toegebracht worden. Gij ontwijdt Mijn naam als gij zegt: De tafel van Jehovah is bevlekt; en gij blaast op Mijn naam, wanneer gij aanbrengt het geroofde, het kreupele en het zieke’, (Maleachi 1:11-12, 13).

‘Alle volken wandelen, elk in de naam van zijn God, en wij, wij zullen wandelen in de naam van Jehovah, onze God’, (Micha 4:5).

‘Zij zullen Jehovah op een plaats vereren, waar Hij Zijn naam zal zetten, dat is waar Hij Zijn eredienst zal zetten’, (Deuteronomium 12:5, 11, 13-14, 18; 16:2, 6, 11, 15-16);

‘Jezus zei: waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in het midden van hen’, (Mattheüs 8:20).

‘Zo velen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven, zonen van God te zijn, die in Zijn Naam geloven’, (Johannes 1:12).

‘Die niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de Enigverwekte Zoon van God’, (Johannes 3:18).

‘Zij, die geloven, zullen het leven hebben in Zijn naam’, (Johannes 20:31).

‘Jezus zei: Ik heb Uw naam aan de mensen geopenbaard, en Ik heb hun Uw naam bekend gemaakt’, (Johannes 17:6, 26).

‘De Heer zei: Gij hebt weinig namen in Sardis’, (Apocalyps 3:4).

Ook op tal van andere plaatsen, waar als in de voorafgaande, onder de naam van God het Goddelijke wordt verstaan, dat uit de Heer voortgaat, en waardoor Hij vereerd wordt. Onder de Naam Jezus Christus wordt echter alles van de Verlossing verstaan en alles van Zijn Leer, en dus alles van de Zaligmaking; onder Jezus alles van de Zaligmaking door de Verlossing, en onder Christus alles van de Zaligmaking door Zijn Leer.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.