Aus Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4300

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Aus Swedenborgs Werken

 

Ware Christelijke Religie #370

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 853  
  

370. 2. Er is geen verbinding mogelijk met God de Vader, maar met de Heer, en door Hem met God de Vader; dit leert de Schrift en ziet de rede. De Schrift leert, dat God de Vader nooit gezien noch gehoord werd en dat Hij ook niet gezien noch gehoord kan worden; bijgevolg dat Hij vanuit Zich, zoals Hij in Zijn ‘Zijn’ en in Zijn ‘Wezen’ is, niets bij de mens kan bewerken; want de Heer zegt:

‘Niemand heeft God ooit gezien dan die bij de Vader is; Deze heeft de Vader gezien’, (Johannes 6:46);

‘Niemand kent de Vader dan de Zoon, en degene die het de Zoon wil openbaren’, (Mattheüs 11:27);

‘Gij hebt noch de stem van de Vader ooit gehoord noch Zijn gedaante gezien’, (Johannes 5:37).

Dat komt omdat Hij in de eerste en in de beginselen van alle dingen is, dus allerhoogst verheven boven elke sfeer van het menselijk gemoed. Want Hij is in de eerste en in de beginselen van alle dingen van de wijsheid en van alle dingen van de liefde, waarmee de mens onmogelijk enige verbinding kan hebben. Daarom zou de mens, wanneer God de Vader hem naderde of de mens Hem, verteerd worden en versmelten, zoals een stuk hout in het brandpunt van een grote brandspiegel, of liever als een in de zon zelf geworpen beeld. Daarom werd tot Mozes, die God begeerde te zien gezegd,

‘dat de mens Hem niet zien kan en leven’, (Exodus 33:20).

Dat God de Vader echter verbonden wordt door de Heer, blijkt uit de zonet aangehaalde plaatsen, namelijk dat niet de Vader, maar de Enigverwekte Zoon, die in de schoot van de Vader is en de Vader gezien heeft, de dingen die van God zijn en uit God zijn, uiteengezet en geopenbaard heeft; en bovendien uit de volgende plaatsen:

‘In dien dage zult gij erkennen, dat Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u’, (Johannes 14:20);

‘Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, gelijk als Wij één zijn, Ik in hen, en Gij in Mij’, (Johannes 17:22-23, 26);

‘Jezus zei: Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij’; en toen Filippus de Vader wilde zien, antwoordde de Heer hem: ‘Die Mij ziet, ziet ook de Vader, en die Mij kent, die kent ook de Vader’, (Johannes 14:6-7 en vervolg). En elders:

‘Die Mij ziet, die ziet Hem die Mij gezonden heeft’, (Johannes 12:45);

en bovendien zegt Hij dat,’ Hij de deur is, en dat wie door Hem ingaat, behouden zal worden, en dat wie van elders inklimt, een dief en een rover is’, (Johannes 10:1, 9). En ook zegt Hij:

‘Zo iemand in Mij niet blijft, die zal buiten geworpen worden en gelijk de verdorde rank in het vuur geworpen worden’, (Johannes 15:6).

Dit komt omdat de Heer, onze Zaligmaker Jehovah de Vader Zelf is in menselijke vorm; want Jehovah daalde neer en werd Mens, opdat Hij de mens zou kunnen naderen en de mens Hem, en er aldus verbinding zou plaatsvinden, en de mens door die verbinding de zaligheid en het eeuwige leven zou geworden. Want toen God Mens geworden was, kon Hij, aan de mens aangepast, deze naderen en met hem verbonden zijn als God-Mens en als Mens-God. Er zijn drie dingen die in rangorde op elkaar volgen: de aanpassing, de aanwending en de verbinding; aanpassing moet er zijn voordat aanwending mogelijk is; en er moet aanpassing en tevens aanwending plaats hebben gevonden, voor er verbinding mogelijk is. De aanpassing van de zijde van God bestond daarin, dat Hij Mens werd; de aanwending van de zijde van God is voortdurend voor zoveel de mens zich van zijn kant inspant, en naarmate dit geschiedt, vindt ook de verbinding plaats. Deze drie dingen volgen op elkaar en gaan in hun orde voort in alle en in de afzonderlijke dingen die één worden en samen bestaan.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.

Die Bibel

 

Exodus 33:20

Lernen

       

20 Hij zeide verder: Gij zoudt Mijn aangezicht niet kunnen zien; want Mij zal geen mens zien, en leven.