Die Bibel

 

Joël 2:3

Lernen

       

3 Voor hetzelve verteert een vuur, en achter hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve.

Die Bibel

 

Nehemiah 9:1

Lernen

       

1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand verzamelden zich de kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde was op hen.

Aus Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #8806

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 10837  
  

8806. En hij heiligde het volk; dat dit de omsluiering van de innerlijke dingen betekent, opdat zij in het heilge van het geloof verschijnen, staat vast uit wat eerder in nr. 8788 is ontvouwd; maar daar is uiteengezet, wat de heiliging bij het Israëlitische volk was, namelijk dat het de omsluiering van de innerlijke dingen was, opdat zij ten aanzien van de uiterlijke dingen in het heilige verschenen, wanneer zij in de uitbeeldende eredienst waren; en dat, indien hun innerlijk toen niet omsluierd was geweest, zij door schandelijke gedachten en boze aandoeningen niet alleen het heilige van de eredienst zouden hebben besmet, maar ook geheel en al verdelgd en wel dermate dat niets hemels en geestelijks dat in het uiterlijke werd uitgebeeld, in de hemel daaruit zou zijn doorvat.

Maar omdat onder de zonen Israëls hier degenen worden verstaan die van de geestelijke Kerk zijn, zal in het kort worden gezegd wat onder de heiliging bij dezen wordt verstaan; zij die van de geestelijke Kerk zijn, die het leven van het ware en daaruit het leven van het goede leven, worden door de Heer af gehouden van de boosheden en gehouden in het goede; het goede dat uit de Heer is, is het heilige bij hen; vandaar voor zoveel als zij van het goede uit de Heer opnemen, voor zoveel zijn zij heilig; en zij nemen voor zoveel van het goede uit de Heer op, dat wil zeggen, zij zijn voor zoveel heilig, als zij het leven van het goede leven volgens de echte waarheden van het geloof en als zij dan geloven dat al het goede dat zij dan denken en doen, uit de Heer is.

Dan worden ook de boosheden bij hen afgescheiden, zodat die in het geheel niet verschijnen, vooral die dingen die zij door overerving van de ouders hebben meegekregen, welke dingen schandelijk zijn, omdat die sinds verscheidene tijdperken terug bij de ouders achtereenvolgens zijn opgehoopt en zo in het nageslacht samengebracht; het zijn deze innerlijke dingen die bij hen die van de geestelijke Kerk zijn, worden verborgen en als het ware omsluierd, nrs. 966, 1667, 2307, 2308, 4317, 8550; vandaar komt het, dat alles van de wil dat zij vanuit overerving hebben, te gronde is gegaan; daarom wordt van de Heer bij hen een nieuwe wil gevormd in het verstandelijke deel door de waarheden van het geloof; dit is de oorzaak dat zij, wanneer zij worden wederverwekt, door de waarheden worden geleid tot het goede, en daarna, wanneer zij zijn wederverwekt, van het goede in de waarheden van het goede; daaruit blijkt hoe het nieuwe wilsdeel bij hen door de Heer wordt geschapen; dat dit is gevormd in het verstandelijk deel bij hen die van de geestelijke Kerk zijn, zie de nrs. 863, 875, 895, 927, 1023, 1043, 1044, 1555, 2256, 4328, 4493, 5113, 6125.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl