Die Bibel

 

Genesis 2:19

Lernen

       

19 Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn.

Aus Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #125

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 10837  
  

125. Vers 16. En aangaande die hof gebood Jehovah God de mens, zeggende:

‘Van alle bomen des hofs, zult gij etende eten.’

Eten van alle boom betekent: uit innerlijke gewaarwording kennen en weten wat goed en waar is, want, zoals gezegd, boom staat voor innerlijke gewaarwording. De mensen van de Oudste Kerk ontvingen de erkentenissen van het ware geloof door openbaringen, want zij spraken met de Heer en met de engelen; ook werden zij onderwezen door visioenen en dromen, hoogst verrukkelijke en paradijselijke. Van de Heer hadden zij een voortdurende innerlijke gewaarwording, van dien aard, dat zodra zij aan dingen dachten, welke tot het geheugen behoorden, zij terstond voelden of deze wel waar en goed waren, in die mate dat wanneer het valse zich aan hen voordeed, zij er zich niet alleen van afkeerden, maar er zelfs van walgden; zo is ook de staat van de engelen. Maar op de innerlijke gewaarwording van de Oudste Kerk is toen de erkentenis van het ware en het goede gevolgd, uit hetgeen geopenbaard werd in de eerste tijden, daarna uit hetgeen geopenbaard werd in het Woord.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl