Die Bibel

 

Ezechiël 38:9

Lernen

       

9 Dan zult gij optrekken, gij zult aankomen als een onstuimige verwoesting, gij zult zijn als een wolk, om het land te bedekken; gij en al uw benden, en vele volken met u.

Die Bibel

 

Jeremia 49:31

Lernen

       

31 Maakt u op, trekt op tegen het volk, dat rust heeft, dat in zekerheid woont, spreekt de HEERE; dat geen deuren noch grendel heeft, die alleen wonen.

Aus Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #28

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 10837  
  

28. Vers 10. En God noemde het droge aarde en de verzameling van de wateren noemde Hij zeeën en God zag dat het goed was.

Dat de wateren erkentenissen betekenen en verzamelde kennis, is in het Woord hoogst gewoon; vandaar dat zeeën een verzameling daar van zijn, zoals bij Jesaja:

‘De aarde zal vol kennis van Jehovah zijn, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken’, (Jesaja 11:9). En bij dezelfde profeet, waar over het gemis aan erkentenissen en aan kennis gehandeld wordt:

‘De wateren zullen aan de zee ontbreken, en de stroom zal verdrogen en dor worden, en de stromen zullen terugtreden’, (Jesaja 19:5, 6).

Bij Haggaï ten aanzien van een nieuwe kerk:

‘Ik die de hemelen en de aarde, en de zee en het droge doe beven, en Ik zal alle heidenen doen beven, en zij zullen komen tot de wens van alle heidenen, en Ik zal dit huis met heerlijkheid vervullen’, (Haggaï 2:6, 7). En over de mens die wedergeboren wordt, bij Zacharia:

‘Het zal op een enkele dag zijn, die Jehovah bekend is, het zal noch dag, noch nacht zijn; en het zal geschieden ten tijde van de avond, dat het licht zal wezen, en het zal in die dagen geschieden dat er levende wateren uit Jeruzalem stromen zullen, de helft van die naar de oostelijke zee en de helft van die naar de achterste zee toe’, (Zacharia 14:7, 8).

Bij David, waar de mens beschreven wordt die moet worden wedergeboren en die de Heer aanbidden zal, bij wie de oude mens uitgeroeid is:

‘Jehovah veracht Zijn gevangenen niet, dat Hem prijzen de hemel en de aarde, de zeeën en al wat daarin wemelt’, (Psalm 69:35). Dat de aarde het ontvangende vat betekent, blijkt bij Zacharia:

‘Jehovah, die de hemelen uitbreidt, en de aarde grondvest, en de geest van de mens in het midden daarvan formeert’, (Zacharia 12:1).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl