Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5111
5111. En hij zei tot hem; dat dit de onthulling betekent, staat vast uit de betekenis van zeggen in de historische dingen van het Woord, namelijk het doorvatten, waarover de nrs. 1791, 1815, 1819, 1822, 1898, 1919, 2080, 2619, 2862, 3395, 3509; dus is het eveneens de onthulling, want die is de innerlijke doorvatting en vanuit de doorvatting.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1822
1822. Dat ‘Hij zei tot hem’ de binnenste gewaarwording betekent, blijkt uit hetgeen eerder bij vers 2 en 7 is gezegd. De innerlijke gewaarwording is niets anders dan een zeker innerlijk spreken, dat zich op deze wijze uit, dat men gewaar wordt wat gezegd wordt. Alle innerlijke inspraak, ook het geweten, is niets anders, maar de binnenste gewaarwording is een hogere of meer innerlijke graad.