Ang Bibliya

 

Genesis 5:20

pag-aaral

       

20 Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaren; en hij stierf.

Mula sa Mga gawa ni Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 472

Pag-aralan ang Sipi na ito

  
/ 10837  
  

472. Ten dage als God de mens schiep, wil zeggen, dat hij geestelijk werd; en in de gelijkenis Gods schiep hij hem, wil zeggen, dat hij hemels is geworden; dit volgt uit wat eerder is gezegd en aangetoond. Het woord ‘scheppen’ heeft in de eigenlijke zin betrekking op de mens, wanneer hij nieuw wordt geschapen of wedergeboren; en het woord ‘maken’, wanneer hij volmaakt wordt, om welke reden er in het Woord een streng onderscheid wordt gemaakt tussen scheppen, formeren en maken, zoals ook eerder in het tweede hoofdstuk is getoond, waar gehandeld wordt over de geestelijke mens, die hemels werd:

‘God rustte van al zijn werk, dat God makende schiep’, en hier en daar elders, waar het scheppen de geestelijke mens betreft, en het maken, dat wil zeggen: volmaken, de hemelse mens. Zie de nrs. 16 en 88.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Mula sa Mga gawa ni Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 88

Pag-aralan ang Sipi na ito

  
/ 10837  
  

88. Wanneer de geestelijke mens hemels wordt, wordt hij het werk van God genoemd, omdat de Heer alleen voor hem heeft gestreden, en hem geschapen, geformeerd en gemaakt heeft. Daarom wordt hier gezegd: God heeft Zijn werk op de zevende dag volbracht, en tweemaal, dat Hij rustte van al Zijn werk.

Bij de profeten wordt de mens meer dan eens het werk van de handen en de vingers van Jehovah genoemd, zoals bij Jesaja, waar over de wedergeboren mens gesproken wordt:

‘Zo zegt Jehovah, de Heilige Israëls, en zijn Formeerder: Vraagt Mij naar de toekomstige dingen, vertrouwt Mij mijn zonen en het werk mijner handen toe. Ik ben het, die de aarde gemaakt en de mens daarop geschapen heb; mijn handen hebben de hemelen uitgespannen en aan al hun heer heb Ik mijn bevelen gegeven. Want zo zegt Jehovah, die de hemelen geschapen heeft – Hij is God – die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, Hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd: Ik ben Jehovah en er is geen ander’, (Jesaja 45:11, 12, 18). Hieruit volgt dat de nieuwe schepping of wedergeboorte het werk van de Heer alleen is. Er wordt duidelijk onderscheid gemaakt bij het gebruik van de woorden scheppen, formeren en maken, zoals hier bij Jesaja:

‘Ieder die naar mijn naam genoemd is, en die Ik geschapen heb tot mijn eer, die Ik geformeerd heb, die Ik ook gemaakt heb’, (Jesaja 43:7). Evenals in het vorige hoofdstuk, zo ook hier in dit hoofdstuk: Hij heeft gerust van al Zijn werk, welke God geschapen heeft tijdens het maken; en dit steeds met een onderscheid makende gedachte in de innerlijke zin. En overal waar de Heer Schepper, Formeerder, of Maker wordt genoemd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl