Ang Bibliya

 

Genesis 14:22

pag-aaral

       

22 Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogste God, Die hemel en aarde bezit;

Mula sa Mga gawa ni Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1755

Pag-aralan ang Sipi na ito

  
/ 10837  
  

1755. Dat de woorden ‘die zullen hun deel nemen’ betekenen, dat zij in hun macht gegeven zijn, dit blijkt uit hetgeen eerder bij vers 21, 22, 23 is gezegd, namelijk dat de Heer niets van hen wilde aannemen, omdat de Heer daaraan in het geheel geen sterkte ontleent. Dat zij in de macht van de engelen zijn gegeven, daarmee is het als volgt gesteld: het zijn de engelen doe over de boze en helse geesten zijn heersen, zoals mij door vele ondervindingen is gebleken; maar de Heer voorziet en ziet alle dingen en elke bijzonderheid, en bezorgt en beschikt alle dingen en elke bijzonderheid, maar sommige dingen met vergunning, sommige met toelating, sommige met toegevendheid, sommige uit welbehagen, sommige naar Zijn wilsbesluit. Het willen heersen zelf is iets van het menselijk eigene, dat onderscheiden is van de dingen, die zij van de Heer ontvangen, toch behoort alle heerschappij tot de Liefde en de barmhartigheid, zonder het willen heersen. Deze dingen kunnen echter, omdat zij diepere verborgenheden zijn, niet met weinig woorden begrijpelijk worden gemaakt; het is voldoende dat men weet, dat de boze en helse geesten in de macht van de engelen zijn gegeven en dat de Heer alle dingen en elke bijzonderheid, ook de allerkleinste bijzonderheid, bestiert. Hierover zal door de Goddelijke Barmhartigheid van de Heer gehandeld worden in hetgeen volgt, waar gesproken zal worden van de Voorzienigheid en van de toelatingen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl