pag-aaral
39 Ziet nu, dat Ik, Ik Die ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt!
8 Bewaar mij als het zwart des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen,