4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

3861. 'And she called his name Reuben' means the essential nature of it, which is described. This is clear from the meaning of 'name' and 'calling the name' as the essential nature, dealt with in 144, 145, 1754, 1896, 2009, 2724, 3006, 3421. That nature itself is described by the statement, 'Because Jehovah has seen my affliction, for now my husband will love me', the literal meaning of the name Reuben. Spiritually however all names in the Word mean real things, as has been shown often, see 1224, 1264, 1876, 1888; and among me ancients when a name was given it meant some state, 340, 1946, 2643, 3422. Here it will be seen that the names of all the sons of Jacob mean the universal attributes of the Church. Also one specific universal attribute has been combined within each name, but what that attribute is no one can possibly know unless he knows the internal sense embodied in the words from which each son's name is derived. That is, he needs to know the internal sense embodied in 'has seen' from which Reuben is derived, and in 'has heard' from which Simeon is derived, and in 'has clung to' from which Levi is derived, and in 'to confess' from which Judah is derived, and so on with all the other sons.