1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.
Arcana Coelestia #3006
3006. These are the things that angels perceive when the names Jesus Christ are used, and the things that are meant by its being said that in no other name is there salvation, and by what the Lord stated so many times concerning His name, as in John,
Whatever you ask in My name, I will do. John 14:13-14.
In the same gospel,
These things have been written that you may believe that Jesus is the Christ, the Son of God, and that believing you may have life in His name. John 20:31.
And elsewhere. 'His name' means everything in its entirety by which the Lord is worshipped, and so the essential nature of all worship and doctrine, see 2724. Here therefore the good of love and charity is meant when joined to the truth of faith, which constitutes the fabric of doctrine and worship in their entirety.