Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3226

Nga Emanuel Swedenborg

Studioni këtë pasazh

  
/ 10837  
  

3226. Onder de uitnemende vermogens die de mens in zich heeft, hoewel hij dit niet weet en die hij in het andere leven, wanneer hij daarheen na de losmaking van het lichaam overgaat, met zich meedraagt, behoort dit: dat hij innerlijk gewaarwordt wat wordt aangeduid door de uitbeeldende dingen die in het andere leven verschijnen; en ook, dat hij met het zintuig van zijn gemoed in één ogenblik ten volle kan uitdrukken, wat hij in het lichaam niet kon uitdrukken in uren; en dit door middel van voorstellingen uit de dingen die tot het licht van de hemel behoren, bijgestaan en als het ware van vleugels voorzien door passende vormen, die uitbeeldend zijn voor het onderwerp van gesprek en die van dien aard zijn, dat zij niet beschreven kunnen worden. En daar de mens na de dood in deze vermogens komt en het niet nodig heeft, dat hij daarover in het andere leven onderricht wordt, kan blijken, dat de mens in deze vermogens is, dat wil zeggen, dat deze in hem zijn, wanneer hij in het lichaam leeft, hoewel hij dit niet weet. Dat dit zo is, komt omdat er bij de mens een voortdurende invloeiing is door de hemel van de Heer; deze invloeiing is er een van geestelijk en hemelse dingen, die in zijn natuurlijke dingen vallen en zich daar op uitbeeldende wijze vertonen. In de hemel bij de engelen wordt over niets anders gedacht dan over de hemelse en geestelijke dingen die tot het rijk van de Heer behoren; maar in de wereld bij de mens wordt nauwelijks over iets anders gedacht dan over lichamelijke en natuurlijke zaken die tot het rijk behoren waarin hij is en over de behoeften van het leven waarin hij verkeert. En aangezien de geestelijke en hemelse dingen van de hemel die invloeien, zich op uitbeeldende wijze vertonen bij de mens in zijn natuurlijke dingen, blijven zij daarom ingeplant en is de mens daarin, wanneer hij de lichamelijke dingen aflegt en de wereldse dingen achterlaat.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl