ბიბლია

 

Ezechiël 42:3

Სწავლა

       

3 Tegenover de twintig ellen, die het binnenste voorhof had, en tegenover het plaveisel, dat het buitenste voorhof had, was galerij tegen galerij, in drie rijen.

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9487

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

9487. Twee ellen en een halve haar lengte; dat dit betekent alles ten aanzien van het goede, staat vast uit de betekenis van twee en een half, namelijk veel en het volle en wanneer over het Goddelijke wordt gehandeld, dan alles; dat twee en een half veel en het volle is, komt omdat dit getal iets eenders betekent als vijf, als tien, als honderd en als duizend; het dubbele immers van twee en een half is vijf en het dubbele van vijf is tien en tien maal tien is honderd; de verdubbelde en de vermenigvuldigde getallen immers betekenen iets eenders als de enkelvoudige waaruit zij zijn, nrs. 5291, 5335, 5708, 7973; dat het getal vijf veel is en het volle, zie de nrs. 5708, 5956, 9102; en dat tien het ook is, nrs. 3107, 4638; ook honderd, nrs. 2636, 4400; en duizend, nrs. 2575, 8715; vandaar is het dat die getallen, wanneer over het Goddelijke wordt gehandeld, alles zijn; en uit de betekenis van de lengte, namelijk het goede, nrs. 1613, 8898; dat de lengte in het Woord het goede betekent en de breedte het ware, kan een paradox schijnen, maar toch is het zo; dit ontleent de oorzaak hieraan, dat alle en de afzonderlijke dingen in het Woord zulke zaken betekenen die van de hemel en van de Kerk zijn, dus die betrekking hebben op het goede van de liefde en op het ware van het geloof; met betrekking hiertoe kan niet worden gesproken van iets van ruimte zodanig als lengte en breedte insluiten, maar voor ruimte van een staat van Zijn, namelijk een staat van het goede en vandaar van een staat van Bestaan, namelijk een staat van het ware; in de hemel zijn de ruimten ook schijnbaarheden vanwege die staten, nrs. 4882, 9440; daaruit kan vaststaan dat er dingen door maten en afmetingen worden aangeduid bij, (Ezechiël 40 tot 48) waar wordt gehandeld over de nieuwe tempel en over de nieuwe aarde; dus hier, waar wordt gehandeld over de ark, het habitakel, de voorhof, de tafels daar, de altaren; evenzo over de tempel van Jeruzalem en daarmee dat het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, vierhoekig was, de lengte ervan even groot was als de breedte, (Openbaring 21:16; Zacharia 2:5,6).

Met Jeruzalem immers wordt de nieuwe Kerk aangeduid en met de meting ervan ten aanzien van de lengte de hoedanigheid van het goede en ten aanzien van de breedte de hoedanigheid van het ware.

Dat met de breedte het ware wordt aangeduid, blijkt duidelijk bij David: ‘In de benauwdheid heb ik Jah aangeroepen; Hij heeft mij geantwoord in de breedte’, (Psalm 118:5).

Bij dezelfde: ‘Gij hebt mijn voeten in de breedte doen staan’, (Psalm 31:9).

Bij Jesaja: ‘De uitstrekkingen van de vleugels van Assur zullen zijn de volheid van de breedte der aarde’, (Jesaja 8:8); bij Habakuk: ‘Ik opwekkende de Chaldeeën, een bittere en snelle natie, wandelende in de breedten der aarde’, (Habakuk 1:6); wandelen in de breedten der aarde, wanneer over de Chaldeeën wordt gehandeld, is de waarheden van het geloof vernietigen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl