聖書

 

Klaagliederen 4:22

勉強

       

22 Thau. Uw ongerechtigheid heeft een einde, o gij dochter Sions! Hij zal u niet meer gevankelijk doen wegvoeren; maar uw ongerechtigheid, o gij dochter Edoms! zal Hij bezoeken; Hij zal uw zonden ontdekken.

スウェーデンボルグの著作から

 

Apocalyps Onthuld#312

この節の研究

  
/ 962に移動  
  

312. En ik zag en zie, een zwart paard, betekent het verstand van het Woord dat te grond is gericht ten aanzien van het ware, dus ten aanzien van de leer bij dezen.

Dat het paard het verstand van het Woord betekent is eerder getoond; dat het zwarte het niet-ware, dus het valse betekent, is omdat zwart tegengesteld is aan wit en van het witte wordt gesproken met betrekking tot het ware, nrs. 167, 231, 232; het witte trekt ook zijn ontstaan vanuit het licht en het zwarte vanuit de duisternis, dus de afwezigheid van licht, en het licht is het ware; maar in de geestelijke wereld is de zwartheid vanuit tweevoudige oorsprong: de ene is vanuit de afwezigheid van het vlammende licht, dat bij degenen is die in het hemels rijk van de Heer zijn; en het andere is vanuit de afwezigheid van het blinkend witte licht, dat bij degenen is die in het geestelijk rijk van de Heer zijn; deze zwartheid betekent iets eenders als de duisternis, eerdergenoemde echter iets eenders als de donkerheid; die zwartheden verschillen van elkaar: de ene is afschuwelijk, de andere niet zozeer; evenzo de valsheden die zij betekenen.

In de afschuwelijke zwartheid verschijnen zij die duivels worden genoemd, zij verafschuwen ook het ware zoals oehoe’s het licht van de zon; in de niet zo afschuwelijke zwartheid echter verschijnen zij die satans worden genoemd; deze verafschuwen het ware niet, maar zijn er afkerig van en daarom kunnen dezen worden vergeleken met nachtuilen, terwijl eerstgenoemden met oehoe’s kunnen worden vergeleken.

Dat zwart in het Woord wordt gezegd van het valse, kan uit deze plaatsen vaststaan:

‘De Nazireeërs waren witter dan de sneeuw, verduisterd is vanwege de zwartheid hun vorm’, (Klaagliederen 4:7, 8).

‘Over de profeten zal de dag zwart worden’, (Micha 3:6).

‘Ten dage als gij in de hel zult nederdalen, zal Ik de Libanon over u zwartmaken’, (Ezechiël 31:15).

‘De zon werd zwart zoals een haren zak’, (Openbaring 6:12).

‘De zon, de maan en de sterren werden zwart’, (Jeremia 4:27, 28; Ezechiël 32:7; Joël 2:10; 3:15) en elders.

Dat het derde levende wezen het zwarte paard toonde, was omdat hij een aangezicht had zoals een mens, waarmee het Goddelijk Ware van het Woord ten aanzien van de wijsheid werd aangeduid, nr. 243; en daarom toonde dit wezen, dat er niet langer enig ware van de wijsheid was bij hen die in de derde orde waren.

  
/ 962に移動  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl