聖書

 

Joël 2:21

勉強

       

21 Vrees niet, o land! verheug u, en wees blijde; want de HEERE heeft grote dingen gedaan.

聖書

 

Jeremia 13:16

勉強

       

16 Geeft eer den HEERE, uw God, eer dat Hij het duister maakt, en eer uw voeten zich stoten aan de schemerende bergen; dat gij naar licht wacht, en Hij datzelve tot een schaduw des doods stelle, en tot een donkerheid zette.

スウェーデンボルグの著作から

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#4638

この節の研究

  
/ 10837に移動  
  

4638. Dan zal het koninkrijk der hemelen eender worden aan tien maagden, betekent de laatste tijd van de Oude Kerk en de eerste tijd van de Nieuwe; de Kerk is het rijk van de Heer op aarde; de tien maagden zijn allen die in de Kerk zijn, namelijk zowel degenen die in het goede en het ware zijn, als zij die in het boze en het valse zijn; tien zijn in de innerlijke zin de overblijfselen en eveneens het volle, dus allen; en de maagden zijn zij die in de Kerk zijn; en dus eveneens elders in het Woord. Die haar lampen nemende, betekent de geestelijke dingen waarin het hemelse is, of de ware dingen waarin het goede is, of wat hetzelfde is, het geloof waarin de naastenliefde jegens de naaste is, en de naastenliefde waarin de liefde tot de Heer is; de olie immers is het goede van de liefde, waarover hierna; maar de lampen waarin de olie niet is, zijn dezelfde dingen waarin het goede niet is. Uitgingen, de Bruidegom tegemoet, betekent hun opneming. Vijf nu van haar waren voorzichtig, vijf echter dwaas, betekent een deel van hen die in de ware dingen zijn waarin het goede is en een deel van hen die in de ware dingen zijn, waarin niet het goede is; eerstgenoemden zijn de voorzichtigen, laatstgenoemden zijn de dwazen; vijf zijn in de innerlijke zin enigen, hier dus een deel van hen. Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen niet olie met zich, betekent dat zij niet het goede van de naastenliefde in de ware dingen hadden; de olie is in de innerlijke zin het goede van de naastenliefde en van de liefde. De voorzichtigen echter namen olie in haar vaten met haar lampen, betekent dat zij het goede van de naastenliefde en van de liefde in hun ware dingen hadden; de vaten zijn de leerstellige dingen van het geloof. Daar echter de Bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig en vielen in slaap, betekent het uitstellen en als gevolg daarvan de twijfel; sluimerig worden is in de innerlijke zin ten gevolge van het uitstel sloom worden in de dingen die van de Kerk zijn; en in slaap vallen is twijfel koesteren; de voorzichtigen een twijfel waarin het bevestigende is, de dwazen een twijfel waarin het ontkennende is. Te middernacht echter geschiedde een geroep, betekent de tijd die de laatste van de Oude Kerk en de eerste van de Nieuwe Kerk is; het is deze tijd die in het Woord de nacht wordt genoemd, wanneer over de staat van de Kerk wordt gehandeld; het geroep is de verandering. Ziet, de Bruidegom komt, gaat uit Hem tegemoet, betekent dat wat het gericht betreft, namelijk de aanvaarding en de verwerping. Toen werden al die maagden gewekt en zij maakten haar lampen gereed, betekent de voorbereiding van allen, want zij die in de ware dingen zijn waarin het goede niet is, geloven dat zij evenzeer aanvaard worden als zij die in de ware dingen zijn waarin het goede is; zij menen immers dat het geloof-alleen zaligt en weten niet dat er geen geloof is waar de naastenliefde niet is. Maar de dwazen zeiden tot de voorzichtigen: Geeft ons van uw olie, omdat onze lampen uitgaan, betekent dat zij willen dat aan hun ijle ware dingen of aan hun leeg geloof het goede wordt vergemeenschapt door anderen; in het andere leven immers worden alle geestelijke en hemelse dingen wederzijds vergemeenschapt, maar alleen door het goede. Maar de voorzichtigen antwoordden, zeggende: Zij mocht misschien niet toereiken voor ons en voor u, betekent dat het niet kan worden vergemeenschapt, omdat het weinige ware dat zij hebben zou worden weggenomen; met de vergemeenschapping van het goede immers, met hen die in de ware dingen zonder het goede zijn, is het in het andere leven als volgt gesteld: zij nemen degenen die in het goede zijn als het ware het goede af en eigenen het zich toe en zij vergemeenschappen het niet met anderen, maar verontreinigen het; en daarom vindt er niet enige vergemeenschapping van het goede met hen plaats; hierover zal men uit ondervinding aan het einde van hoofdstuk 37 een en ander zien. Maar gaat liever heen tot de verkopers en koopt voor uzelf, betekent het goede van de verdienste; zij die daarmee te koop lopen, zijn de verkopers; zij die in het ware zijn waarin niet het goede is, maken ook meer dan de anderen in het andere leven al datgene tot verdienste wat zij als goede in de uiterlijke vorm naar de schijn hebben gedaan, hoewel het boos was in de innerlijke vorm, volgens de dingen die de Heer zegt bij Mattheüs:

‘Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heer, Heer, hebben wij niet door Uw Naam geprofeteerd en door Uw Naam demonen uitgeworpen en in Uw Naam vele krachten gedaan. Maar dan zal Ik hun belijden: Ik ken u niet; wijkt van Mij, gij werkers der ongerechtigheid’, (Mattheüs 7:22);

en bij Lukas:

‘Van dan af dat de heer des huizes zal zijn opgestaan en de deur zal hebben gesloten, zo zult gij aanvangen buiten te staan en aan de deur te kloppen, zeggende: Heer, Heer, doe ons open. Maar antwoordende zal Hij tot u zeggen: Ik ken u niet van waar gij zijt. Dan zult gij aanvangen te zeggen: Wij hebben vóór U gegeten en gedronken en in onze straten hebt Gij geleerd. Maar Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet van waar gij zijt, wijkt van Mij, alle gij werkers der ongerechtigheid’, (Lukas 13:26, 27). Zodanig zijn zij die hier onder de dwaze maagden worden verstaan; daarom wordt van hen hetzelfde gezegd met deze woorden:

‘Zij kwamen ook, zeggende: Heer, Heer, doe ons open. Hij echter, antwoordende, zei: Voorwaar, zeg Ik u, Ik ken u niet’. Als zij echter heengingen om te kopen, kwam de Bruidegom, betekent de averechtse aanwending. En die gereed waren, schreden met Hem in tot de bruiloft, betekent dat zij die in het goede en daaruit in het ware waren, werden opgenomen in de hemel. De hemel wordt met een bruiloft vergeleken vanwege het hemels huwelijk, namelijk het huwelijk van het goede en het ware; en de Heer met een Bruidegom, omdat zij dan met Hem worden verbonden; vandaar wordt de Kerk de Bruid genoemd. En de deur werd gesloten, betekent dat de anderen niet kunnen binnengaan. Daarna kwamen echter ook de overige maagden, zeggende: Heer, Heer, doe ons open, betekent dat zij willen binnengaan vanuit het geloof-alleen zonder de naastenliefde en vanuit de werken waarin niet het leven van de Heer is, maar het leven van zich. Hij echter, antwoordende, zei: Voorwaar zeg Ik u, Ik ken u niet, betekent de verwerping; hen niet kennen is in de innerlijke zin niet in enige naastenliefde jegens de naaste zijn en daardoor in de verbinding met de Heer zijn; van hen die niet in die verbinding zijn, wordt gezegd, dat zij niet gekend zijn. Zo waakt dan, omdat gij de dag niet weet, noch het uur, waarin de Zoon des mensen komen zal, betekent de betrachting van het leven volgens de geboden van het geloof, hetgeen waken is; de tijd van de aanvaarding, die de mens onbekend is en de staat, worden aangeduid met ‘Gij weet de dag niet, noch het uur, waarin de Zoon des mensen komen zal’. Degene die in het goede is, dat wil zeggen, die volgens de geboden handelt, wordt voorzichtig genoemd, maar hij die in de erkentenissen van het ware is en er niet naar handelt, wordt dwaas genoemd, ook elders door de Heer bij Mattheüs:

‘Een elk die Mijn woorden hoort en dezelve doet, die zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man en een elk die Mijn woorden hoort, maar dezelve niet doet, die zal worden vergeleken met een dwaze man’, (Mattheüs 7:24, 26).

  
/ 10837に移動  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl