Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#3169
3169. Dat de woorden ‘hij en de mannen, die met hem waren’ de dingen betekenen die in de natuurlijke mens waren, blijkt uit de uitbeelding van de knecht, die hier ‘hij’ is, en wel de natuurlijke mens, waarover de nrs. 3019, 3020;
en uit de betekenis van ‘de mannen, die met hem waren’, namelijk alle dingen die in de natuurlijke mens zijn, waarover nr. 3148.