Bible

 

Joël 2:1

Studie

       

1 Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij.

Bible

 

I Koningen 8:36

Studie

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 194

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

194. En de naam van de stad van Mijn God, van het Nieuwe Jeruzalem, betekent dat aan de harten de leer van de Nieuwe Kerk ingeschreven zal zijn.

Met het Nieuwe Jeruzalem wordt de Nieuwe Kerk aangeduid en met haar, wanneer zij stad wordt genoemd, de Nieuwe Kerk ten aanzien van de leer aangeduid; en daarom wordt met ‘op hem de naam van de stad van Mijn God, van het Nieuwe Jeruzalem, schrijven’ aangeduid dat aan hen de leer van de Nieuwe Kerk ingeschreven zal zijn; dat met Jeruzalem de Kerk wordt aangeduid en met haar als stad de Kerk ten aanzien van de leer, zie de nrs. 880, 881.

Dat met de stad de leer wordt aangeduid, is omdat met het land, in het bijzonder het land Kanaän, de Kerk in haar gehele omvang wordt aangeduid en vandaar werden met de erfenissen waarin het land Kanaän verdeeld was, de verschillende dingen van de Kerk aangeduid en met de steden in die erfenissen de leerstellingen; daarvandaan is het, dat onder de steden waar die in het Woord worden genoemd, niet iets anders door de engelen wordt verstaan; wat mij ook door veel ondervinding is bewezen; het is hiermee iets eenders als met de betekenis van: bergen, heuvels, dalen, bronnen en rivieren, die alle zulke dingen betekenen die van de Kerk zijn.

Dat de steden de leerstellige dingen betekenen, kan enigermate vaststaan uit de volgende plaatsen:

‘Het land zal ontwricht worden, het land zal verward worden, het land zal ontwijd worden, de ledige stad zal gebroken worden, het overige in de stad woestheid en tot aan de verwoesting zal de poort verbroken worden’, (Jesaja 24:3, 4, 10, 12).

‘De leeuw is opgeklommen vanuit de doornhaag, om het land tot woestheid te stellen; uw steden zullen vernietigd worden; ik heb Karmel als een woestijn gezien en de steden ervan verlaten; het land zal treuren, verlaten zal de ganse stad vluchten’, (Jeremia 4:7) en de nrs. 26-29; het land daar is de Kerk en de stad is de leer ervan; zo wordt dus de verwoesting van de Kerk beschreven door de valse dingen van de leer.

‘De verwoester zal komen over elke stad, opdat de stad niet zal ontkomen en het dal zal vergaan en de vlakte niet verdorven zal worden’, (Jeremia 48:8).

‘Zie, Ik heb u gegeven tot een stad versterkt tegen het algehele land’, (Jeremia 1:18); deze dingen tot de profeet, omdat met de profeet de leer van de Kerk wordt aangeduid, nr. 8.

‘Te dien dage zal in het land van Jehudah gezongen worden: Wij hebben een sterke stad; heil zal Hij stellen tot muren en voorschans’, (Jesaja 26:1).

‘Gebroken is de grote stad in drie delen en de steden der natiën zijn samengevallen’, (Openbaring 16:19).

‘De profeet zag op de hoge berg het bouwsel van een stad uit het zuiden en de engel mat de muur, de poorten, de binnenvertrekken, het voorhuis van de poort; en de naam van de stad was: Jehovah aldaar’, (Ezechiël 40:1) e.v..

‘Een rivier waarvan de beekjes zullen verblijden de stad Gods’, (Psalm 46:5).

‘Ik zal Egypte met Egypte dooreenmengen, opdat stad tegen stad strijde en koninkrijk tegen koninkrijk’, (Jesaja 19:2).

‘Elk koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verlaten en elke stad die tegen zichzelf verdeeld is, zal niet blijven bestaan’, (Mattheüs 12:25); in deze plaatsen worden onder de steden in de geestelijke zin de leren verstaan, zoals eveneens bij, (Jesaja 6:11; 14:12, 17, 21; 19:18, 19; 25:1-3; 33:8, 9; 54:3; 64:10; Jeremia 7:17, 34; 13:18, 19; 32:42, 44; 33:4, Zefanja 3:6; Psalm 48:2; Psalm 55:10; Psalm 107:4, 7; Mattheüs 5:14) en elders.

Uit de betekenis van de stad kan vaststaan, wat er verstaan wordt onder de steden in deze gelijkenis van de Heer:

‘Een edelman, heengaande om voor zichzelf een koninkrijk te ontvangen, gaf aan zijn dienstknechten mina’s om handel te drijven; toen hij terugkwam, riep hij de dienstknechten.

De eerste naderde, zeggende: Uw mina heeft tien mina’s gewonnen; en tot deze zei hij: Goede knecht, gij zult mogendheid hebben over tien steden.

En de tweede kwam, zeggende: Uw mina heeft vijf mina’s gewonnen en tot deze zei hij: Gij, wees over vijf steden’, (Lukas 19:12-19); met de steden worden ook hier de leerstellige dingen of de ware dingen van de leer aangeduid en met ‘over die zijn’ wordt aangeduid inzichtsvol en wijs zijn; zo is dus ‘mogendheid over die geven’ het inzicht en de wijsheid geven; tien betekent vele en vijf enige; dat onder handel drijven en winnen wordt aangeduid, zich inzicht verwerven door gebruik te maken van zijn vermogens, is duidelijk.

Dat de heilige stad Jeruzalem de leer van de Nieuwe Kerk betekent, blijkt duidelijk uit de beschrijving ervan, (Openbaring 21); zij wordt immers beschreven naar de afmetingen en verder naar de poorten en naar de muur en de fundamenten ervan, die, omdat Jeruzalem de Kerk betekent, geen andere dingen kunnen betekenen dan die van de leer ervan zijn; de Kerk is ook niet ergens anders vandaan ‘Kerk’.

Omdat onder de stad Jeruzalem de Kerk ten aanzien van de leer wordt verstaan, wordt die stad daarom ‘de stad der waarheid’ genoemd, (Zacharia 8:3, 4) en op vele plaatsen ‘de heilige stad’ en wel omdat van het heilige wordt gesproken met betrekking tot de ware dingen vanuit de Heer, nr. 173.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl