Bible

 

Genesis 42:8

Studie

       

8 Jozef dan kende zijn broederen; maar zij kenden hem niet.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5530

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

5530. En ziet, eenieder had het pak zijns zilvers; dat dit de om niet gegeven orde van de ware dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het pak of het bundeltje, namelijk de ordening, waarover hierna; en uit de betekenis van het zilver, namelijk het ware, waarover de nrs. 1551, 2954; daarmee dat eenieder had in zijn zak, wordt aangeduid dat het om niet was gegeven. Dat het pak of het bundeltje de ordening is, komt daarvandaan dat de ware dingen bij de mens in reeksen geschikt en geordend zijn; zij die het meest met de liefden overeenkomen, zijn in het midden; die welke niet zo overeenkomen zijn aan de zijden en tenslotte zijn die welke in het geheel niet overeenkomen, naar de buitenste omtrekken verworpen; buiten die reeks zijn die welke tegen de liefden indruisen; daarom worden die welke in het midden zijn, bloedverwanten genoemd; de liefde immers maakt het bloedverwante; die welke verder verwijderd zijn, zijn aanverwant; aan de laatste grenzen sterven de aanverwantschappen af; in zulke reeksen zijn alle dingen bij de mens geschikt en zij worden met bundeltjes of pakken aangeduid; vandaar blijkt duidelijk hoe het is gesteld met degenen die in de liefden van zich en van de wereld zijn en hoe met hen die in de liefde tot God en jegens de naaste zijn; bij hen die in de liefde van zich en van de wereld zijn, zijn zulke dingen die deze liefden begunstigen, in het midden en die welke slechts weinig begunstigen, in de omtrekken en de dingen die daartegen in strijd zijn, zijn buiten geworpen, zoals de dingen die van de liefde tot God en van de liefde jegens de naaste zijn; in een zodanige staat is de helse geest; vandaar verschijnt ook soms een lichtend iets rondom hen, maar binnen dit lichtende, waar zij zelf zijn, is het donkerzwarte, het monsterachtige en het huiveringwekkende; maar bij de engelen is een vlammende straling in het midden vanuit het goede van het hemelse en van de geestelijke liefde en daaruit het lichtende of blinkende rondom; degenen die zo verschijnen, zijn gelijkenissen van de Heer; immers de Heer zelf, toen Hij Zijn Goddelijke aan Petrus, Jacobus en Johannes toonde, ‘blonk met het aangezicht zoals de zon en Zijn bekleedselen werden wit, zoals het licht’, (Mattheüs 17:2) Dat de engelen, die gelijkenissen zijn, in een vlammende straling en vandaar in het wit verschijnen, blijkt uit de engel die vanuit de hemel neerdaalde en de steen afwentelde van de opening van het graf, ‘Zijn gedaante was zoals een bliksem en zijn bekleedsel wit als sneeuw’, (Mattheüs 28:3).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 863

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

863. Dat de woorden ‘Noach opende het venster van de ark, die hij gemaakt had de tweede staat aanduiden, toen de waarheden van het geloof aan hem verschenen, kan uit de laatste woorden van het vorige vers blijken, namelijk dat de toppen van de bergen verschenen, en uit de betekenis daarvan; voorts uit de betekenis van het venster, waarover eerder in nummer 655 werd gezegd, dat het het verstandelijke is, dus het ware van het geloof, wat hetzelfde is; en verder hieruit, dat dit het eerste gloren van het licht is. Over het verstandelijke of het ware van het geloof, door het venster aangeduid, valt hier hetzelfde op te merken als eerder, namelijk dat er geenszins enig waars van het geloof kan bestaan, tenzij door het goede van de liefde of van de naastenliefde, zoals er nooit enig werkelijk verstandelijks kan bestaan, tenzij door de wil. Wordt de wil verwijderd, dan is er geen verstand, zoals eerder al herhaaldelijk is aangetoond; evenzo, wordt de naastenliefde verwijderd, dan is er geen geloof. Maar omdat de wil van de mens louter begeerte is, heeft de Heer er op wonderbaarlijke wijze in voorzien dat het verstandelijke of het ware van het geloof niet in zijn begeerte zou worden ondergedompeld en heeft Hij het verstandelijke van datgene, wat tot de wil van de mens behoort, gescheiden door iets dat tussen beide het midden houdt, en het geweten is, waarin door de Heer naastenliefde is gelegd. Zonder deze wonderbaarlijke voorziening had nooit iemand gered kunnen worden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl