Bible

 

Genesis 41:7

Studie

       

7 En de dunne aren verslonden de zeven vette en volle aren. Toen ontwaakte Farao, en ziet, het was een droom.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5202

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

5202. En ziet, zeven andere koeien, opklimmende na die uit de rivier; dat dit de valse dingen betekent die ook van het natuurlijke waren in de grens, staat vast uit de betekenis van de koeien, namelijk de ware dingen van het natuurlijke, nr. 5198;

vandaar komt het dat koeien in de tegenovergestelde zin de valse dingen zijn; de meeste dingen in het Woord immers hebben een tegenovergestelde zin, die wordt gekend vanuit de echte zin; dus omdat de koeien in de echte zin de ware dingen van het natuurlijke zijn, zijn zij in de tegenovergestelde zin de valse dingen van hetzelfde geslacht, dus de valse dingen in het natuurlijke; en uit de betekenis van de rivier, namelijk de grens, waarover eerder in de nrs. 5196, 5197;

dat zij in de grens waren, blijkt ook hieruit dat er wordt gezegd dat zij opklommen uit de rivier; van opklimmen immers wordt gesproken met betrekking tot de voortgang uit het uiterlijke naar de innerlijke dingen, nrs. 3084, 4539, 4969. Hoe het hiermee is gesteld, moet worden gezegd, omdat hierover in wat volgt wordt gehandeld. In het voorafgaande hoofdstuk is gehandeld over het uiterlijk natuurlijke en over de dingen daar die tot de verstandelijke klasse behoorden en over de dingen die tot de klasse van de wil behoorden en dat eerstgenoemde aangenomen en de laatstgenoemde verworpen werden. Die welke tot de verstandelijke klasse behoorden, werden uitgebeeld door de schenker en die tot de klasse van de wil behoorden, door de bakker; en omdat de dingen die tot de verstandelijke klasse behoorden werden aangenomen, werden die ook ondergeschikt aan het innerlijk natuurlijke; hierover is in het voorafgaande hoofdstuk gehandeld en dit was het eerste van de wedergeboorte van het natuurlijke. In dit hoofdstuk echter wordt gehandeld over de invloeiing van het hemelse van het geestelijke in die dingen van het natuurlijke die werden behouden, namelijk in die dingen die van het verstandelijke deel daar waren; deze zijn het die worden aangeduid met de koeien schoon van aanzien en vet van vlees. Maar omdat het natuurlijke ten aanzien van de verstandelijke dingen alleen niet herboren kan worden, waren er eveneens dingen van de wil; in de afzonderlijke dingen immers moet iets vanuit het verstand en tevens van de wil zijn, opdat het iets zal zijn en omdat de vorige dingen van de wil verworpen waren, moet daarom een nieuwe wil in de plaats ervan invloeien. Dit nieuwe wilsdeel is vanuit het hemelse van het geestelijke en daarover en over de invloeiing ervan in het natuurlijke wordt in dit hoofdstuk gehandeld. Hoe het met het natuurlijke in deze staat is gesteld, wordt in de innerlijke zin beschreven, namelijk dat de ware dingen daar werden verbannen door de valse dingen en zo het natuurlijke werd overgelaten aan het hemelse van het geestelijke, die dingen worden daarmee aangeduid dat de goede koeien werden opgegeten door de boze en dat de volle aren werden verzwolgen door de lege en daarna daarmee, dat Jozef voorziening heeft getroffen voor geheel Egypte; maar over deze dingen zal, vanuit de Goddelijke barmhartigheid van de Heer, meer worden gezegd in wat volgt. Het zijn bovendien zulke dingen die bezwaarlijk in het licht van het menselijk verstand vallen; het zijn immers verborgenheden van de wederverwekking, die in zich ontelbaar zijn; de mens weet daar nauwelijks enige van; de mens die in het goede is, wordt elk ogenblik wedergeboren, vanaf de eerste kindsheid tot het laatste van zijn leven in de wereld en daarna tot in het eeuwige, niet alleen ten aanzien van de innerlijke dingen, maar ook ten aanzien van de uiterlijke; en dit door verbazingwekkende processen; deze zijn het die voor het merendeel de wijsheid van de engelen uitmaken en dat deze onuitsprekelijk is en zulke dingen bevat die het oor niet gehoord en het oog niet gezien heeft en die ook nooit in het denken van de mens zijn opgekomen, is bekend. De innerlijke zin van het Woord handelt over zulke dingen en dus is die evenredig aan de wijsheid van de engelen en deze zin wordt wanneer die daaruit in de letterlijke zin invloeit, evenredig aan de menselijke wijsheid en doet vandaar op verborgen wijze diegenen aan die vanuit het goede in het verlangen zijn om de ware dingen vanuit het Woord te weten.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl