3201. Vers 64, 65. En Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk en zij viel van de kameel af. En zij zei tot de knecht: Wie is die man, die daar in het veld ons tegemoet wandelt; en de knecht zei: Dat is mijn heer; en zij nam de sluier en bedekte zich. Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk, betekent de wederkerige aandacht van de aandoening van het ware; en zij viel van de kameel af, betekent haar scheiding van de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, tot de innerlijke gewaarwording van het redelijk goede; en zij zei tot de knecht, betekent het onderzoek door het Goddelijk Natuurlijke; wie is die man die daar in het veld ons tegemoet wandelt, betekent, ten aanzien van het redelijke, dat alleen in het goede was; en de knecht zei: Dat is mijn heer, betekent de erkenning; en zij nam de sluier en bedekte zich, betekent de schijnbaarheden van het ware.
Arcana Coelestia #3071
3071. 'And also I will give your camels a drink' means consequent enlightenment of all facts within the natural man. This is clear from the meaning of 'camels' as general facts, and so facts in general or in their entirety, dealt with above in 3048, and from the meaning of 'giving a drink' as enlightening. For 'drawing water' means giving instruction, as shown above in 3058, and so 'giving a drink' is enlightening, for enlightenment comes from instruction.