Okususelwe Emisebenzini kaSwedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3201

Funda lesi Sigaba

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

3201. Vers 64, 65. En Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk en zij viel van de kameel af. En zij zei tot de knecht: Wie is die man, die daar in het veld ons tegemoet wandelt; en de knecht zei: Dat is mijn heer; en zij nam de sluier en bedekte zich. Rebekka hief haar ogen op en zij zag Izaäk, betekent de wederkerige aandacht van de aandoening van het ware; en zij viel van de kameel af, betekent haar scheiding van de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, tot de innerlijke gewaarwording van het redelijk goede; en zij zei tot de knecht, betekent het onderzoek door het Goddelijk Natuurlijke; wie is die man die daar in het veld ons tegemoet wandelt, betekent, ten aanzien van het redelijke, dat alleen in het goede was; en de knecht zei: Dat is mijn heer, betekent de erkenning; en zij nam de sluier en bedekte zich, betekent de schijnbaarheden van het ware.

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

IBhayibheli

 

Genesis 24:51

Funda

       

51 Zie, Rebekka is voor uw aangezicht; neem haar en trek henen; zij zij de vrouw van den zoon uws heren, gelijk de HEERE gesproken heeft!

Okususelwe Emisebenzini kaSwedenborg

 

Arcana Coelestia #3019

Funda lesi Sigaba

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

3019. 'Abraham said to his servant, the oldest of his house' means the ordering and influx of the Lord into His Natural, meant by 'the servant, the oldest of the house'. This is clear from the meaning of 'saying' here as commanding since it is a servant to whom Abraham's words are addressed; and since the subject is the re-arranging by the Divine of the things that exist in the natural man, ordering and influx are meant. For everything that is done in the natural or external man is an ordering by the rational or internal, and is effected by means of influx. The use of the expression 'the servant, the oldest of the house' to mean the natural, or the natural man, may be seen from the meaning of 'a servant' as that which is lower and serves what is higher, or what amounts to the same, that which is exterior and serves what is interior, see 2541, 2567. All things that belong to the natural man, as facts of every kind do, are nothing else than a body of servants, for they serve the rational by enabling it to be thoroughly fair in what it thinks and righteous in what it wills. That 'the oldest of the house' is the natural man becomes clear from what follows below.

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.