16
En het feest des oogstes, der eerste vruchten van uw arbeid, die gij op het veld gezaaid zult hebben. En het feest der inzameling, op den uitgang des jaars, wanneer gij uw arbeid uit het veld zult ingezameld hebben.
16
En het feest des oogstes, der eerste vruchten van uw arbeid, die gij op het veld gezaaid zult hebben. En het feest der inzameling, op den uitgang des jaars, wanneer gij uw arbeid uit het veld zult ingezameld hebben.
3495. Dat de woorden ‘en hij zei tot hem: Mijn zoon; en hij zei tot hem: Zie mij’ de tegenwoordigheid betekenen, volgens hetgeen voorzien was en krachtens hetgeen waarin voorzien was, blijkt uit de betekenis van ‘hij riep hem en hij zei tot hem: Mijn zoon’, namelijk volgens hetgeen voorzien was en krachtens hetgeen waarin voorzien was, want het heeft betrekking op het Goddelijke van de Heer; en uit de betekenis van ‘hij zei tot hem: Zie mij’ dat het antwoord is, namelijk de tegenwoordigheid.