18
De toveres zult gij niet laten leven.
9158. Over een kleed; dat dit betekent van het zinlijk ware, staat vast uit de betekenis van het kleed, dus het ware, nrs. 4545, 4763, 5319, 5954, 6914, 6917; in het algemeen is het kleed het uiterlijke of het lagere ware dat de innerlijke of de hogere dingen bedekt, nrs. 297, 2576, 5248, 6918; hier dus het zinlijk ware, want dit is het uiterste of het laagste, nrs. 5081, 5125, 5767, 6564, 6614.
Dat de klederen de waarheden zijn, ontleent de oorsprong aan de uitbeeldingen in het andere leven, de geesten immers en de engelen verschijnen allen met klederen bekleed volgens de waarheden van het geloof bij hen, nrs. 165, 5248, 5954.