Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #761

Ngu Emanuel Swedenborg

Funda lesi Sigaba

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

761. Er is reeds eerder gezegd, dat de geestelijke verzoeking bij de mens een strijd van de kwade geesten met de engelen is, die bij de mens zijn, en dat deze strijd gewoonlijk in zijn geweten gevoeld wordt. Over die strijd moet men verder weten, dat de engelen de mens voortdurend verdedigen en de boosheden afwenden, waarmee de kwade geesten hem belagen; ook verontschuldigen zij zelfs de dingen, die bij de mens vals en boos zijn, want zij weten zeer wel, vanwaar die valsheden en boosheden komen, namelijk van de kwade geesten en genieën; de mens brengt uit zichzelf nooit enige valsheid en kwaadheid voort, maar het zijn de bij hem vertoevende kwade geesten, die dit voortbrengen en tevens de mens laten geloven dat het uit hemzelf voortkomt. Van dien aard is hun kwaadaardigheid, ja nog erger; op het ogenblik dat zij op hem inwerken en hem dat geloof bijbrengen, klagen ze hem ook nog aan en verdoemen hem, hetgeen ik met vele ondervindingen bevestigen kan. Een mens, die geen geloof in de Heer heeft, kan er niet toe gebracht worden te geloven, dat het kwade niet van hemzelf is, en daarom eigent hij zich het kwade ook toe, en wordt gelijk aan die kwade geesten, die bij hem zijn. Zo is het dus met de mens gesteld; daar de engelen dit weten, verontschuldigen zij ook gedurende de verzoekingen van de wedergeboorte, de valsheden en boosheden bij de mens; anders zou hij bezwijken, daar bij de mens niets dan het kwade is en het valse daaruit, zodat hij louter een opeenstapeling en een samenspel van boosheden is en van valsheden daaruit.

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl