Bibeln

 

Genesis 6:7

Studie

       

7 En de HEERE zeide: Ik zal den mens, die Ik geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb.

Från Swedenborgs verk

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #470

Studera detta avsnitt

  
/ 10837  
  

470. Dat het boek van de geboorten de opsomming is van degenen, die van de Oudste Kerk waren, blijkt voldoende uit het volgende, want de namen betekenen hier, tot aan het elfde hoofdstuk of tot Eber, nergens personen, maar zaken. In de oudste tijden was het mensengeslacht onderscheiden in huizen, families en geslachten. Man en vrouw met hun kinderen, en daarnaast nog enigen uit de familie van diegenen die dienden, vormden een huis; een grotere of kleinere groep van huizen, waarvan het ene in de nabijheid van de andere woonde, maar toch niet tezamen, vormde een familie; een groter of kleiner getal van zo’n familie vormde een geslacht.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl