16
En de Jesubiet, en de Amoriet, en de Girgasiet,
1262. Hieruit kan nu blijken, dat door aarde hier ook de Kerk wordt aangeduid, want wanneer de aarde wordt genoemd, wordt er niets anders onder verstaan dan de natie of het volk daar ter plaatse, en wanneer een natie of een volk wordt genoemd, niets anders dan hun aard; vandaar dat de aarde niets anders dan de Kerk betekent, zoals eerder in de nrs. 662 en 1066 is aangetoond.