Bibeln

 

Ezechiël 45:4

Studie

       

4 Dat zal een heilige plaats zijn van het land; zij zal zijn voor de priesteren, die het heiligdom bedienen, die naderen om den HEERE te dienen; en het zal hun een plaats zijn tot huizen, en een heilige plaats voor het heiligdom.

Från Swedenborgs verk

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9674

Studera detta avsnitt

  
/ 10837  
  

9674. En gij zult geven hem op vier kolommen van Sittim; dat dit betekent het goede van de verdienste, dat van de Heer alleen is, dat verbindt en ondersteunt, staat vast uit de betekenis van vier, namelijk de verbinding, nrs. 1686, 8877; dat vier de verbinding is, komt omdat dit getal oprijst uit twee met zichzelf vermenigvuldigd en met de vermenigvuldigde getallen wordt hetzelfde aangeduid als met de enkelvoudige getallen waaruit zij zijn, nrs. 5291, 5335, 5708, 7973; dat twee de verbinding is, zie de nrs. 5194, 8423; uit de betekenis van de kolommen, dus de ondersteuning, waarover hierna; en uit de betekenis van het hout uit Sittim, namelijk het goede van de verdienste, dat van de Heer alleen is, nrs. 9472, 9486.

Dat dit goede het enige goede is dat regeert in de hemel, zie nr. 9486, dus eveneens dat wat de hemel ondersteunt.

Dat de kolommen de ondersteuning betekent, komt omdat zij de voorhang ondersteunden, zoals de planken uit houten van Sittim de gordijnen van het habitakel, nr. 9634.

Met de kolommen worden in de geestelijke zin de dingen aangeduid die de hemel en de Kerk ondersteunen, namelijk de goedheden van de liefde en de goedheden van het geloof uit de Heer.

Deze worden met kolommen [of pilaren] aangeduid bij David: ‘Ik zal in rechtheden richten; de landen zijn versmeltende en alle bewoners ervan, Ik zal haar pilaren bevestigen’, (Psalm 75:2,3).

Bij Job: ‘God die de aarde doet beven uit haar plaats, zodat haar pilaren sidderen’, (Job 9:6); de pilaren der aarde voor de goedheden en waarheden die de Kerk ondersteunen, want de aarde in het Woord is de Kerk, nr. 9325.

Dat het niet de pilaren van de aardbol zijn die sidderen, is duidelijk.

Bij Johannes: ‘Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in de tempel van Mijn God en hij zal niet langer naar buiten uitgaan; en Ik zal op hem schrijven de Naam van Mijn God en de Naam van de stad van Mijn God, van het Nieuwe Jeruzalem, dat neerdaalt uit de hemel van Mijn God en Mijn nieuwe Naam’, (Openbaring 3:12).

De pilaar in de tempel voor de goedheden en waarheden van de Kerk, die ook zijn de Naam van God en de naam van de stad het Nieuwe Jeruzalem; dat de Naam van God al het goede en ware van de Kerk is, of alles in een samenvatting, waardoor de Heer wordt vereerd, zie de nrs. 2724, 3006, 6674, 9310.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl