25
Zij maakten ook schelletjes van louter goud, en zij stelden de schelletjes tussen de granaatappelen, aan de zomen des mantels rondom, tussen de granaatappelen;
25
Zij maakten ook schelletjes van louter goud, en zij stelden de schelletjes tussen de granaatappelen, aan de zomen des mantels rondom, tussen de granaatappelen;
Aäron was de broer van Mozes. Hij symboliseert twee dingen, in verschillende stadia van het verhaal.
Tijdens het eerste deel van de uittocht, toen hij Mozes' woordvoerder was, vertegenwoordigt Mozes het Woord zoals het werkelijk is, zoals het in de hemel wordt begrepen, en Aäron vertegenwoordigt het Woord in zijn uiterlijke betekenis, zoals het door de mensen in de wereld wordt begrepen. Daarom spreekt hij voor Mozes en zegt de Heer over hem "hij zal voor u zijn als een mond, en gij zult voor hem zijn als God." (Exodus 4:16)
Later, nadat de tabernakel was gebouwd en hij als hogepriester was ingehuldigd (zie Leviticus hoofdstukken 8, 9), Aäron vertegenwoordigt de Heer met betrekking tot het Goddelijk Goede, en Mozes vertegenwoordigt de Heer met betrekking tot de Goddelijke Waarheid.
(Referenser: Hemelse Verborgenheden 6998, Hemelse Verborgenheden 9806, Hemelse Verborgenheden 9936, 10397; Exodus 4:14, 28:1, 32:1; Leviticus 8, 9)
6998. En Hij zei: Is er niet Aharon, uw broeder, de Leviet; dat dit de leer van het goede en het ware betekent, staat vast uit de uitbeelding van Aharon, te weten de Heer ten aanzien van het Goddelijk Goede of het priesterschap; hier echter is hij, voordat hij in het priesterschap was ingewijd, de leer van het goede en het ware; daarom wordt ook gezegd dat hij Mozes tot een mond zal zijn en Mozes hem tot God; door Mozes immers wordt de Heer uitgebeeld ten aanzien van het Goddelijk Ware dat rechtstreeks van de Heer voortgaat; deze leer is die van het goede en het ware; dat ware dat Mozes hier uitbeeldt, is het ware dat door de mens niet gehoord noch doorvat kan worden, nr. 6982; maar het ware dat Aharon uitbeeldt, is het ware dat door de mens zowel gehoord als doorvat kan worden; vandaar wordt Aharon de mond genoemd en Mozes zijn God; en vandaar wordt Aharon de Leviet genoemd, want met de Leviet wordt de leer van het goede en het ware van de Kerk aangeduid en deze staat het priesterschap bij en is dat van dienst.